Installatie van veiligheidsfuncties-modules
De veiligheidsfuncties-module kan gemonteerd worden op Slot 2 op de besturings-
unit of, in frames R7 tot R9, ook naast de besturingsunit.
Installatie-procedure in Slot 2
WAARSCHUWING! Volg de veiligheidsvoorschriften, pagina 14. Het niet
opvolgen van de instructies kan verwonding of dodelijk letsel of schade aan de
apparatuur veroorzaken.
1. Ontkoppel de omvormer van de netvoeding. Vergrendel de hoofd-lastscheider en
controleer dat er geen spanning is door te meten.
2. Verwijder de frontkap (zie de sectie
pagina 96).
3. Frames R1 tot R3: Trek het montageplatform voor het bedieningspaneel omhoog
om toegang te krijgen tot de slots voor optionele modules.
4. Steek de module voorzichtig in zijn positie op de besturingsunit.
5. Bevestig de module met vier schroeven. Opmerking: De aardingsschroef (a) is
essentieel om aan de EMC-eisen te voldoen en om de module goed te laten werken.
6. Draai de aardingsschroef van de elektronica vast tot een moment van 0,8 N·m.
7. Sluit de data-communicatiekabel aan op slot X110 op de module en op connector
X12 op de besturingsunit van de omvormer.
8. Sluit de Safe torque off draden aan op connector X111 op de module en op con-
nector XSTO op de besturingsunit van de omvormermodule zoals getoond in de
sectie
Bedrading
9. Sluit de externe +24 V voedingskabel aan op connector X112.
10. Sluit de andere draden aan zoals getoond in FSO-12 safety functions module
user's manual (3AXD50000015612 [Engels]) of in FSO-21 safety functions
module user's manual (3AXD50000015614 [Engels]).
Aansluiten van de vermogenskabels
op pagina 238.
Elektrische installatie 125
op