van het kinderzitjesbevestigingssysteem evenals
de montage- en gebruikshandleiding van de
fabrikant van het gebruikte kinderzitjesbevesti‐
gingssysteem in acht nemen.
Voor iedere rit beslist controleren, dat het
ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem of het i-
Size-kinderzitjesbevestigingssysteem correct in
beide ISOFIX- of i‑Size-bevestigingsbeugels ver‐
grendeld is.
1
ISOFIX-bevestigingsbeugels
2
i-Size-bevestigingsbeugel
* AANWIJZING Beschadiging van de veilig‐
heidsgordel van de middelste zitplaats
De veiligheidsgordel van de middelste zit‐
plaats kan bij de montage van het kinderzitje
worden beschadigd.
Veiligheid voor inzittenden
Controleren dat de veiligheidsgordel
#
niet bekneld raakt.
De betreffende afdekkingen van de ISOFIX-
#
bevestigingsbeugels
1
of i‑Size-bevesti‐
gingsbeugels
2
verwijderen.
Het ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem
#
aan beide ISOFIX-bevestigingsbeugels
i‑Size-bevestigingsbeugels
of
Het i‑Size-kinderzitjesbevestigingssysteem
#
aan beide i‑Size-bevestigingsbeugels
bevestigen.
Na het uitbouwen van het kinderzitje de
#
betreffende afdekkingen van de ISOFIX-
bevestigingsbeugels
1
of i‑Size-bevesti‐
gingsbeugels
2
aanbrengen.
51
1
of
2
bevestigen.
2