De klep van de contactdoos openen.
#
De stekker met nok
1
in groef
#
contactdoos aanbrengen.
De bajonetverbinding
2
tot de aanslag
#
rechtsom draaien.
Het deksel laten vergrendelen.
#
De kabel met kabelbinders aan de aanhang‐
#
wagen bevestigen (alleen bij adapterkabels).
Controleren of de kabel bij het rijden door
#
bochten vrij kan bewegen.
De combischakelaar omhoog of omlaag druk‐
#
ken en controleren of het betreffende knip‐
perlicht van de aanhangwagen knippert.
Ook bij een correct aangesloten aanhangwagen
kan een displaymelding op het multifunctioneel
display verschijnen:
Het verlichtingssysteem van de aanhangwa‐
R
gen is van LED's voorzien.
De minimumstroom (50 mA) van de aanhang‐
R
wagenverlichting werd onderschreden.
%
Accessoires (tot maximaal 180W) kunnen
aan de permanente spanningsvoorziening
worden aangesloten en bovendien aan de via
het contactslot geschakelde spanningsvoor‐
3
van de
ziening.
Aanhangwagen afkoppelen
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het
afkoppelen
Wanneer u een aanhangwagen met oploop‐
rem in geremde staat afkoppelt, kunt u met
uw hand tussen de auto en de aanhangwa‐
gendissel bekneld raken.
De aanhangwagen niet in geremde staat
#
afkoppelen.
Rijden en parkeren 255
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het
losmaken van de aanhangwagenkabel
Auto's met niveauregeling: Wanneer de
aanhangwagenkabel wordt losgemaakt, gaat
de auto omlaag.
Daardoor kunnen lichaamsdelen van uzelf of
anderen bekneld raken die zich tussen de
carrosserie en de banden of onder de auto
bevinden.
Bij het losmaken van de aanhangwagen‐
#
kabel mag zich niemand in de directe
omgeving van de spatbordranden of
onder de auto bevinden.
* AANWIJZING Schade aan de achterbum‐
per door gemonteerde adapterkabel of
adapterstekker
Bij het volledig elektrisch inklappen van de
kogelhals kunnen de volgende onderdelen
worden beschadigd:
Bumper
R