Het bandenspanningswaarschuwingssysteem
vervangt niet de regelmatige controle van de
bandenspanning.
Systeemgrenzen
Het systeem kan in de volgende situaties moge‐
lijk niet correct werken of buiten werking zijn:
Als de bandenspanning verkeerd is ingesteld.
R
Bij een plotseling drukverlies, bijvoorbeeld
R
veroorzaakt door een binnengedrongen voor‐
werp.
Bij een gelijkmatig drukverlies bij meerdere
R
banden.
Het systeem werkt beperkt of vertraagd:
Bij een slecht wegdek, bijvoorbeeld sneeuw
R
of grind.
Als met sneeuwkettingen wordt gereden.
R
Bij een zeer sportieve rijstijl met hoge bocht‐
R
snelheden of sterke acceleraties.
Als wordt gereden met een zeer zware en/of
R
een zeer grote aanhangwagen.
Als wordt gereden met zware belading.
R
Ook de volgende aanvullende informatie in acht
nemen:
Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐
R
spanning (
pagina 360)
→
Displaymeldingen over de banden
R
(
pagina 433)
→
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
opnieuw starten
Voorwaarde
De geadviseerde bandenspanning is bij alle
R
vier de banden correct ingesteld voor de
betreffende bedrijfstoestand (
Boordcomputer:
Service
Banden
,
.
Het multifunctioneel display toont de melding
Bandenspanningsbewaking actiefOpnieuw star-
ten met
OK.
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem in
de volgende situaties opnieuw opstarten:
De bandenspanning is gewijzigd.
R
De banden of de wielen zijn gewisseld of
R
nieuw gemonteerd.
Met a het opnieuw opstarten starten.
#
Het multifunctioneel display toont de mel‐
ding
Bandenspanning nu
Ja
selecteren.
#
Met a het opnieuw opstarten bevestigen.
#
Het multifunctioneel display toont de mel‐
ding
Bandenspanningswaarschuwing
opnieuw
Na enkele minuten rijden bewaakt het ban‐
denspanningswaarschuwingssysteem de
ingestelde bandenspanningen van alle ban‐
den.
pagina 360).
→
Ook de volgende aanvullende informatie in acht
nemen:
Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐
R
spanning (
Banden en velgen 367
OK?.
gestart.
pagina 360)
→