Werking van de gordelwaarschuwing voor
bestuurder en passagier
Het waarschuwingslampje veiligheidsgordel
ü op het instrumentendisplay maakt u erop
attent, dat alle inzittenden de veiligheidsgordel
correct moeten omgespen.
Bovendien kan een waarschuwingssignaal klin‐
ken.
De gordelwaarschuwing stopt zodra de bestuur‐
der en passagier de veiligheidsgordel hebben
omgegespt.
Werking van de statusindicatie veiligheids‐
gordels achterin
De statusindicatie veiligheidsgordels achterin is
alleen in bepaalde landen beschikbaar.
De statusindicatie veiligheidsgordels achterin
toont, welke veiligheidsgordel achterin niet
omgegespt is.
Met de terugtoets links in het stuurwiel kunt u
de statusindicatie veiligheidsgordel achterin
direct verbergen (
pagina 261).
→
Veiligheid voor inzittenden
Airbags
Overzicht van de airbags
1
Kneebag
2
Bestuurdersairbag
3
Passagiersairbag
4
Windowbag
5
Sidebags
De inbouwplaats van een airbag is herkenbaar
aan het opschrift AIRBAG.
37