over de rand van de parkeerplek steekt, worden
mogelijkerwijs niet als parkeerplek herkend of
niet correct gemeten. De remote parkeerassis‐
tent alleen op een vlakke, stroeve ondergrond
gebruiken. De parkeerplek moet ten minste
0,60 m breder zijn dan de auto zonder buiten‐
spiegels.
De remote parkeerassistent in onder andere de
volgende situaties niet gebruiken:
Bij extreme weersomstandigheden, bijvoor‐
R
beeld ijs, sneeuw of bij zware regenval.
Als met uw auto een lading wordt vervoerd,
R
die boven de auto uitsteekt.
Als sneeuwkettingen zijn gemonteerd.
R
Als de parkeerplek zich op een helling
R
bevindt.
De remote parkeerassistent wordt onder andere
afgebroken als een van de volgende handelingen
wordt uitgevoerd:
U schakelt de actieve parkeerassistent uit.
R
U drukt een toets op de sleutel in.
R
Het ESP
®
regelt.
R
Tijdens het parkeren mag de afstand tot de auto
niet groter zijn dan circa 3,0 m. Bij een grotere
afstand wordt de procedure afgebroken en wordt
een overeenkomstige melding op de mobiele
telefoon weergegeven. Als u weer dichter bij de
auto komt, kunt u de procedure voortzetten.
Meer informatie over het afbreken van de functie
vindt u in de handleiding van de remote parkeer‐
assistent app.
Remote parkeerassistent bedienen
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door objecten boven of onder het
herkenningsgebied van de actieve par‐
keerassistent
Als zich objecten boven of onder het herken‐
ningsgebied bevinden, kunnen de volgende
situaties optreden:
De actieve parkeerassistent kan te vroeg
R
insturen.
Auto's met automatische transmissie:
R
De auto stopt niet voor deze objecten.
Daardoor kunt u een aanrijding veroorzaken.
Rijden en parkeren 239
De actieve parkeerassistent in deze
#
situaties niet gebruiken.
Voorwerpen die zich boven of onder het herken‐
ningsgebied van de parkeerassistent bevinden,
worden bij het opmeten van de parkeerplek niet
herkend. Hiermee wordt daarom ook geen reke‐
ning gehouden bij het berekenen van de parkeer‐
procedure. Dit geldt bijvoorbeeld voor uitste‐
kende lading, overhangen of laadplatforms van
vrachtwagens of begrenzingen van parkeerplek‐
ken. De parkeerassistent stuurt daarom eventu‐
eel te vroeg in de parkeerplek in.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door onvoldoende zicht op de omge‐
ving van de auto
Bij het gebruik van de remote parkeerassis‐
tent kan het zicht op de omgeving van de
auto beperkt worden.
De volgende punten in acht nemen bij
#
het manoeuvreren en het in- en uitpar‐
keren van de auto met de remote par‐
keerassistent: