216 Rijden en parkeren
Systeemgrenzen van de actieve stuurassis‐
tent
De actieve stuurassistent beschikt over een
begrensd stuurmoment voor de geleiding in
dwarsrichting. De stuuringreep is eventueel niet
voldoende om de auto in de rijstrook te houden.
Wanneer de herkenning van rijstrookmarkerin‐
gen en voorligger nadelig wordt beïnvloed, wis‐
selt de actieve stuurassistent naar de passieve
toestand. Het systeem biedt in dat geval geen
ondersteuning. In de overgang van de actieve
naar de passieve toestand wordt het symbool
è vergroot en geel knipperend weergegeven.
Wanneer de passieve toestand bereikt is, wordt
het symbool è in het multifunctioneel display
grijs weergegeven.
Het systeem kan in de volgende situaties moge‐
lijk niet correct werken of buiten werking zijn:
Bij slecht zicht, bijvoorbeeld door onvol‐
R
doende verlichting van de weg of door
sneeuw, regen, mist of veel spatwater.
Bij verblinding, bijvoorbeeld door tegemoet‐
R
komend verkeer, directe zonnestraling of bij
reflecties (bijvoorbeeld bij nat wegdek).
Als de voorruit in de omgeving van de
R
camera vervuild, beslagen, beschadigd of
afgedekt is, bijvoorbeeld door een sticker.
Als er geen of meerdere, niet eenduidige
R
rijstrookmarkeringen voor een rijstrook aan‐
wezig zijn, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamhe‐
den.
Als de rijstrookmarkeringen versleten, donker
R
of bedekt zijn, bijvoorbeeld door vuil of
sneeuw.
Als de afstand tot de voorligger te klein is en
R
daardoor de rijstrookmarkeringen niet wor‐
den herkend.
Als rijstrookmarkeringen snel wijzigen, bij‐
R
voorbeeld bij aftakkingen, kruisingen of weg‐
versmallingen.
Bij smalle en bochtige wegen.
R
Bij sterk wisselende schaduwen op het weg‐
R
dek.
Bij obstakels, bijvoorbeeld geleidebakens bij
R
wegwerkzaamheden, die op de rijstrook
staan of over de rand van de rijstrook steken.
Het systeem biedt in de volgende situaties geen
ondersteuning:
In zeer scherpe bochten.
R
Bij het rijden met een aanhangwagen.
R
Wanneer u actief van rijstrook wisselt, zonder
R
de richtingaanwijzer in te schakelen.
Actieve stuurassistent inschakelen
Voorwaarden
Het ESP
®
is ingeschakeld, maar mag niet
R
regelen.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC is
R
ingeschakeld.