134 Licht en zicht
Werking van de actieve bochtenverlichting
De koplampen volgen de stuurbewegingen.
R
Daardoor worden relevante gebieden tijdens
R
het rijden beter verlicht.
De functies zijn bij ingeschakeld dimlicht actief.
Afhankelijk van de uitrusting van de auto wordt
bovendien het verloop van de eigen weghelft
geanalyseerd en de actieve bochtenverlichting
anticiperend aangestuurd.
Werking van de bochtenverlichting
De bochtenverlichting verbetert de verlichting
van de weg in de rijrichtingsverandering, zodat
bijvoorbeeld scherpe bochten overzichtelijker
worden. Het kan alleen worden geactiveerd als
het dimlicht ingeschakeld is.
De functie is actief:
bij snelheden onder 40 km/h en ingescha‐
R
keld knipperlicht of verdraaid stuurwiel.
bij snelheden tussen 40 km/h en 70 km/h
R
en verdraaid stuurwiel.
Rotonde- en kruisingsfunctie: De bochtenver‐
lichting wordt door de verwerking van de actuele
GPS-positie van de auto aan beide zijden geacti‐
veerd. Het blijft actief totdat de rotonde of krui‐
sing wordt verlaten.
Werking van de verlichting voor snelwegen
De verlichting voor snelwegen vergroot het
bereik en de helderheid van de lichtbundel en
maakt een verder zicht mogelijk.
De functie is actief als een afrit van een snelweg
wordt herkend:
via de rijsnelheid,
R
via de multifunctionele camera,
R
of via het GPS.
R