194
TECHNIEK IN DETAIL
Aanpassing van de
bandenspanning
Vergelijk de RDC-waarde op
het display met de waarde op
de achterkant van de omslag
van de handleiding. De afwij-
king tussen beide waarden
moet met de bandenspannings-
meter van het tankstation wor-
den gecompenseerd.
Voorbeeld
Volgens handleiding moet de
bandenspanning de volgende
waarde bedragen:
2,5 bar
Op het multifunctioneel
display wordt de volgende
waarde weergegeven:
2,3 bar
Er ontbreekt dus:
0,2 bar
De bandenspanningsmeter bij
het tankstation toont:
2,4 bar
Om de correcte bandenspan-
ning in te stellen, moet deze
met de volgende waarde
worden verhoogd:
2,6 bar
SCHAKELASSISTENT
met schakelassistent Pro
Schakelassistent Pro
De motorfiets is met de oor-
spronkelijk in de motorsport
ontwikkelde schakelassistent
Pro uitgerust, die aan het toer-
gebruik is aangepast. De scha-
kelassistent maakt het moge-
lijk om op- of terug te scha-
kelen zonder de koppeling te
bedienen of de gashendel te
verdraaien in nagenoeg alle be-
lastings- en toerengebieden.
De motorregeling ondersteunt
het wisselen van versnelling
afhankelijk van:
Gekozen doelversnelling
Motortoerental
Stand van de gashendel
De beslissing over het gebruik
van de schakelassistent ligt bij
de berijder, waarbij deze re-
kening moet houden met de
rijsituatie en de veiligheids- en
comfortaspecten.
Voordelen
Veel schakelprocedures kun-
nen zonder koppeling worden
uitgevoerd.
Minder bewegingen tussen
berijder en duopassagier door
kortere schakelpauzes.
SU