106
GEBRUIK
Snelheid in geheugen opslaan
De toets 1 kort naar voren
drukken.
De rijsnelheidsregeling
kan ook de remmen aan-
sturen.
Instelbereik van de
cruise control (afhanke-
lijk van de versnelling)
15...220 km/h
wordt weergegeven.
De actuele snelheid wordt
aangehouden en in het ge-
heugen opgeslagen.
Accelereren
Afhankelijk van de in het
instrumentenpaneel inge-
stelde eenheid voor de snelheid
wordt de snelheid verhoogd of
verlaagd in km/h of mph.
De toets 1 kort naar voren
drukken.
De snelheid wordt bij iedere
bediening met 1 km/h resp.
1 mph verhoogd.
De toets 1 naar voren gedrukt
houden.
Snelheid wordt in stappen van
10 km/h resp. 5 mph ver-
hoogd.
Als toets 1 niet meer wordt
ingedrukt, wordt de bereikte
snelheid aangehouden en op-
geslagen.
Snelheid verlagen
Afhankelijk van de in het
instrumentenpaneel inge-
stelde eenheid voor de snelheid
wordt de snelheid verhoogd of
verlaagd in km/h of mph.