192
TECHNIEK IN DETAIL
maximaal beschikbare koppel
en het topvermogen voordelen
voor wat betreft een efficiënte
rijstijl.
In verband met het ge-
ringe acceleratievermogen
in de ECO-modus wordt vóór
het uitvoeren van een kritische
inhaalmanoeuvre met zware
belading of het rijden met een
duopassagier geadviseerd van
rijmodus te wisselen.
Het brandstofverbruik kan
bovendien worden beperkt
door een anticiperende rijstijl
(
197).
DYNAMIC BRAKE CONTROL
met rijmodi Pro
Functie van de Dynamic Brake
Control
De functie van de Dynamic
Brake Control ondersteunt de
berijder bij een noodstop.
Herkenning van een noodstop
Een noodstop wordt herkend
als de voorwielrem snel en
krachtig wordt bediend.
Gedrag bij een noodstop
Als bij een snelheid van
meer dan min 10 km/h een
noodstop wordt uitgevoerd, is
naast de ABS-functie ook de
Dynamic Brake Control actief.
SU
Bij gedeeltelijk remmen met
hoge remdrukgradiënten ver-
hoogt de Dynamic Brake Con-
trol de integrale remdruk op
het achterwiel. De remweg
wordt korter en er kan gecon-
troleerd worden geremd.
Gedrag bij onbedoeld
bedienen van de gashendel
Als bij een noodstop onbe-
doeld de gashendel wordt be-
diend (hendelstand > 5%),
wordt de eigenlijk geacti-
veerde remwerking door de
Dynamic Brake Control ge-
waarborgd door het open-
draaien van de gashendel
te negeren. De werking van
de noodstop wordt gewaar-
borgd.
Als tijdens de ingreep van de
Dynamic Brake Control het
gas wordt gesloten (gashen-
delstand < 5%), wordt het
door het ABS-remsysteem ge-
vraagde motorkoppel hersteld.
Als de noodstop wordt be-
ëindigd en de gashendel nog
steeds wordt bediend, regelt
de Dynamic Brake Control het
motorkoppel gecontroleerd
terug naar de berijderswens.