STORINGEN
(2/7)
De volgende tips helpen u de storing snel en tijdelijk te verhelpen; raadpleeg voor de veiligheid zo snel mogelijk een merkdealer.
U schakelt de startmotor in
De controlelampjes gaan zwakker of niet
branden, de startmotor draait niet.
De motor wil niet starten.
De stuurkolom blijft vergrendeld.
MOGELIJKE OORZAKEN
Accuklemmen niet goed vastgezet, los
of geoxydeerd.
Accu ontladen of defect.
De voorwaarden voor het starten zijn
niet vervuld.
Stuurwiel geblokkeerd.
WAT TE DOEN
Zet ze los, sluit ze weer aan of reinig ze als ze
geoxideerd zijn.
Sluit een andere accu aan op de ontladen accu.
Raadpleeg de paragraaf "Accu: storing" in hoofd-
stuk 5 of vervang de accu indien nodig.
Duw de auto niet aan als de stuurkolom is ver-
grendeld.
Raadpleeg de paragraaf "Starten, stoppen van
de motor" in hoofdstuk 2.
Ontgrendelen door de sleutel en het stuur-
wiel lichtjes te draaien (raadpleeg de paragraaf
"Contactslot" in hoofdstuk 2).
5.43