BINNENVERLICHTING
1
Binnenlichten
Afhankelijk van de auto drukt u op de scha-
kelaar 2 voor:
– een constant brandende verlichting;
– een verlichting die gaat branden als één
van de portieren wordt geopend, Deze
dooft als de betreffende portieren goed
gesloten zijn en na enige tijd;
– het onmiddellijk uitgaan.
3.18
(1/2)
2
3
Leesspots
(afhankelijk van de auto)
Druk op de schakelaar 1 voor de bestuur-
der, 3 voor de passagier.
Druk op de schakelaar 4 of 5 voor de pas-
sagiers achter.
2
4
2
5