ACCU: storing
(2/2)
Starten met starthulpkabels
Als u voor het starten de accu van een
andere auto moet gebruiken, koop dan de
startkabels (met groot oppervlak) bij een
merkdealer of controleer, als u reeds start-
kabels heeft, of deze in goede staat verke-
ren.
Beide accu's moeten dezelfde spanning
hebben: 12 volt. De hulpaccu moet min-
stens de capaciteit (ampère-uur, Ah) hebben
van de ontladen accu.
Let erop dat de auto's elkaar niet raken
(kortsluitingsgevaar als u de pluspolen met
elkaar verbindt) en dat de ontladen accu
goed aangesloten is. Zet het contact af van
uw auto.
Laat de motor van de hulpauto met een mid-
delmatig toerental draaien.
5.36
1
4
1
A
2
Sluit de positieve kabel (+) A aan op de plus-
pool (+) 1 van de ontladen accu en daarna
op de pluspool (+) 2 van de hulpaccu.
Sluit de negatieve kabel (–) B aan op de
minpool (–) 3 van de hulpaccu en daarna op
de minpool (–) 4 van de ontladen accu.
Start de motor op de normale wijze. Maak,
zodra deze draait, de kabels A en B in om-
gekeerde volgorde (4-3-2-1) los.
B
3
Controleer of de kabels A en B
elkaar nergens raken en of de
positieve kabel A geen me-
talen delen van de hulpauto
raakt.
Risico van ernstig letsel en/of beschadi-
ging van de auto.