WAARSCHUWING BIJ VERLIES VAN BANDENSPANNING
2
SYSTEEM B (vervolg)
Resetprocedure
Contact aan:
– druk enkele malen kort op toets 3 om de
functie SEt tP te selecteren - ofwel ver-
schijnt, afhankelijk van de auto, het be-
richt =0= op het instrumentenpaneel 2.
– druk lang (ongeveer 3 seconden) op de
knop 3 om het resetten te starten.
2.28
Wanneer het bericht SEt tP of, afhankelijk
van de auto, =0= eerst ongeveer vijf se-
conden knippert en daarna blijft branden,
is het verzoek om de referentiewaarde
voor de bandenspanning opnieuw in te
stellen verwerkt.
Het resetten is afgerond na enkele minuten
rijden.
N.B.
3
de referentiewaarde mag niet lager zijn dan
de aanbevolen waarde die op de zijkant van
het portier vermeld staat.
(6/7)
Display
Bandenspanning corrigeren
Het controlelampje
Dit betekent dat minstens een van de
banden lek is.
Controleer en corrigeer indien nodig de ban-
denspanning van de vier koude wielen. Het
controlelampje
nuten rijden.
Een plots verlies van bandenspanning
(klapband ...) kan mogelijk niet door het
systeem worden opgespoord.
blijft branden.
dooft na enkele mi-