MOTORKAP
(2/2)
Activeer de motorstartfunc-
tie op afstand nooit en pro-
grammeer deze functie nooit
voordat u de motorkap opent of
als de motorkap geopend is.
Risico op brandwonden of ernstige
verwondingen.
Controleer de vergrendeling
van de kap.
Controleer of er niets de ver-
grendeling belemmert (steen-
tje, doek enz.).
Controleer na werkzaamheden
onder de motorruimte, altijd of
er niets is vergeten (lap, ge-
reedschap, enz.).
Deze kunnen de motor beschadigen of
brand veroorzaken.
Schakel altijd de functie Stop
and Start uit voordat u werk-
zaamheden in de motorruimte
uitvoert.
Bij een botsing, zelfs een lichte,
tegen de grille of de motorkap
moet u zo snel mogelijk het
vergrendelingssysteem van
de motorkap laten controleren door een
merkdealer.
4.3