Advertenties
ROBOTVERSNELLINGSBAK
Starten
Zet het contact aan.
Het display op het instrumentenpaneel licht
op.
Als de neutraalstand N wordt aangegeven,
start u de motor zonder gas te geven.
Als een andere versnelling dan de neutraal-
stand ingeschakeld is, knippert N op het dis-
play; druk het rempedaal in en beweeg de
hendel in positie N. Start de motor.
NB: probeer de motor niet te starten door de
auto aan te duwen als de accu is ontladen
(het display licht niet op bij het aanzetten
van het contact).
In bepaalde omstandigheden kan het even
duren voor de motor start. Houd de contact-
sleutel in de startstand.
Net als bij een auto met een
handgeschakelde versnellings-
bak, blijft een auto met een ro-
botversnellingsbak op een hel-
ling niet stilstaan als de handrem niet is
vastgezet of de rempedaal niet is inge-
drukt.
2.54
(2/6)
Wegrijden
Wegrijden vooruit (vanuit neutraal)
De weergave van de versnellingen geeft
N en daarna A aan.
Met uw voet op de rempedaal, plaatst u de
selecteurhendel in de positie D.
Haal uw voet van de rempedaal:
– Het stationair toerental is voldoende
voor parkeermanoeuvres.
– Geef rustig gas om vooruit te rijden.
Achteruitversnelling (vanuit neutraalstand,
stilstaande auto)
Met uw voet op de rempedaal, plaatst u de
selecteurhendel in de positie R. De letter R
verschijnt op het display.
Haal uw voet van de rempedaal:
– Het stationair toerental is voldoende
voor parkeermanoeuvres.
– Geef rustig gas om achteruit te rijden.
Tijdens het achteruitrijden klinkt er een ge-
luidssignaal.
Vanuit de achteruitversnelling kunt u het
vooruit rijden inschakelen door de hendel tot
D te bewegen als de auto stilstaat.
NB: Als de auto stilstaat, moet u de rem-
pedaal indrukken om in een versnelling te
kunnen schakelen. In het tegenovergestelde
Ó
geval licht het controlelampje
op.
Advertenties
Hoofdstukken
