Kalibreren
8.
Het resultaat van de kalibratie
opslaan in het geheugen van de
regelaar, door te drukken op de
toets
ð De regelaar toont weer de
basisweergave en werkt met de
resultaten van de kalibratie.
Mislukte kalibratie
Valt het resultaat van de
kalibratie buiten de vastge‐
stelde tolerantiegrenzen,
verschijnt een foutmelding.
In dat geval wordt de
actuele kalibratie niet geac‐
cepteerd.
Controleer de voorwaarden
voor de kalibratie en ver‐
help de fout. Herhaal
daarna de kalibratie.
92
11.4
Amperometrische sen‐
soren kalibreren
-
Amperometrische sensoren kali‐
breren
De procedure voor het kalibreren van
amperometrische sensoren is het‐
zelfde voor alle amperometrische
meetgrootheden.
De procedure voor het kalibreren van
amperometrische meetgrootheden
wordt uitgebreid beschreven op basis
van de meetgrootheid chloor [Cl]. Bij
de andere meetgrootheden is
dezelfde procedure nodig als bij de
meetgrootheid chloor [Cl ].
De volgende meetgrootheden kunnen
op basis van de hier beschreven pro‐
cedure worden gekalibreerd:
Chloor
–
Chloordioxide
–
Broom
–
Chloriet
–
Ozon
–
Perazijnzuur (PAZ)
–
H
O
–
2
2
Kalibratie in combinatie met pH
en chloor
Het is absoluut noodzakelijk altijd
eerst de pH-meting te kalibreren en
daarna de chloormeting. Bij elke vol‐
gende kalibratie van de pH-meting is
daarna altijd een kalibratie van de
chloorsensor noodzakelijk. Anders
wordt de chloormeting onnauwkeurig.