Montage en installatie
8.3.2
Aansluitschema
Met de regelaar wordt een aansluitschema meegeleverd, dat de toewijzing 1:1 weer‐
geeft.
Slechts één sensor per module
Zowel op de hoofd- als de uitbreidingsmodule, kan slechts één sensor worden aan‐
gesloten. U kunt bijvoorbeeld een chloor-sensor op de hoofdmodule (kanaal 1) en
een pH-sensor of een storingsvariabele op de uitbreidingsmodule (kanaal 2) aan‐
sluiten.
Aansluiten van de chloor-sensor bij regelaars met twee kanalen
Bij meting van chloor met pH-compensatie moet bij het aansluiten van de sensoren
rekening worden gehouden met het volgende. De chloor-sensor moet u op de uit‐
breidingsmodule (kanaal 2) op de klemmen XE8.3 (-) en XE8.4 (+) aansluiten.
De chloor-sensor moet u op de uitbreidingsmodule (kanaal 1) als volgt aansluiten:
bij het gebruik van een coaxiaalkabel op de klemmen XE1 (afscherming), XE2
–
(binnengeleider)
bij het gebruik van een omvormer PHV1 (mA) op de klemmen XE4.3 (-) en
–
XE4.4 (+)
Voor het bereiken van een correcte PH-compensatie, moet de pH-waarde tevens
temperatuurgecompenseerd worden. De temperatuursensor moet u hierbij op de op
klemmen XE7.3 en XE7.4 aansluiten.
Afhankelijk van de identcode van de regelaar (kanaal 2 = pakket 4), moet u nu de
storingsvariabele op de mA-ingang van de uitbreidingsmodule XE8.2(-) en XE8.3 (+)
aansluiten, als deze niet al zijn bezet door omvormer pHV1 (mA).
De storingsvariabele heeft effect op de pH- en chloor-regeling.
40