Kabelbreukdetectie
[AAN] / [UIT] : Schakelt de kabelbreukde‐
tectie van de coaxiaalkabel
De fabrieksinstelling is
geeft bij de instelling
ding, als een fout wordt gedetecteerd.
De kabelbreukdetectie bewaakt een pH-
sensor met coaxiale aansluitleiding op
breuken in de coaxiale aansluitleiding. Bij
een breuk van de coaxiale aansluitleiding,
stijgt de weerstand sterk, ca. 1 Mega-Ω.
Deze weerstandsverandering kan worden
beoordeeld door de regelaar. De regelaar
geeft een foutmelding en de regeling
wordt gestopt. Deze fout kan niet worden
bevestigd.
Het glasmembraan van de pH-sensor
wordt hoogohmig als de procestempera‐
tuur daalt. Is de procestemperatuur
ca. < 15 °C wordt de detectiedrempel van
1 giga-Ω bereikt. Bij procestemperaturen
< 15 °C wordt een kabelbreuk gedetec‐
teerd, hoewel er geen kabelbreuk is. Om
een vals alarm te voorkomen, moet de
kabelbreukdetectie bij procestempera‐
turen < 15 °C worden uitgeschakeld.
Meetbereik van de meetomvormer
Kies het meetbereik. Het meetbereik staat
op het typeplaatje van de meetomvormer.
Een verkeerd meetbereik leidt tot een fou‐
tieve meting.
Meetbereik van de sensoren
Kies het meetbereik. Het meetbereik staat
op het typeplaatje van de sensor. Een ver‐
keerd meetbereik leidt tot een foutieve
meting.
[AAN] of [UIT] .
[UIT] . De regelaar
[AAN] een alarmmel‐
Verklarende woordenlijst
Chloor, broom, chloordioxide, chloriet,
opgeloste zuurstof en ozon
De meetgrootheden chloor, broom,
chloordioxide, chloriet, opgeloste zuurstof
en ozon, worden altijd via een mA-signaal
gemeten, omdat de meetomvormer zich in
de sensor bevindt.
De temperatuurcompensatie gebeurt
automatisch in de sensor (uitzondering:
CDP, chloordioxide-sensor). Gebruik voor
meer informatie de bedieningshandleiding
van de toegepaste sensor.
Meetgrootheid geleidbaarheid [mA]
Bij de meetgrootheid geleidbaarheid [mA],
is het gebruik van een meetomvormer een
voorwaarde, bijv. een meetomvormer
DMTa-geleidbaarheid. Een geleidbaar‐
heidssensor kan niet direct op de regelaar
worden aangesloten.
Meetbereik:
Kies het meetbereik op basis van het
n
meetbereik van de meetomvormer.
Een verkeerd meetbereik leidt tot een
foutieve meting.
Temperatuur:
De meting van de temperatuur dient
n
uitsluitend voor informatie- of registra‐
tiedoeleinden, echter niet voor tempe‐
ratuurcompensatie. De temperatuur‐
compensatie gebeurt in de
meetomvormer.
185