[mA-uitgangen] instellen
17
De
Kwalificatie gebruiker: geschoolde gebruiker,
n
gebruiker" op pagina 23
Basisweergave ➨
Instellingen voor het [Kanaal 2]
De regelaar beschikt bij de 1-kanaals uitvoering over twee mA-uitgangen en in de 2
kanaals versie over drie mA-uitgangen. Deze beschrijvingen voor [Kanaal 1] zijn ook
van toepassing voor de instellingen voor [Kanaal 2] en [Kanaal 3]. De procedure voor
het instellen van de betreffende mA-uitgangskanalen is identiek, de in te stellen
parameters kunnen echter verschillend zijn. Op afwijkingen hiervan wordt gewezen
en deze worden ook beschreven.
VOORZICHTIG!
Vernieling van analyseapparatuur
Op de mA-uitgangen mag alleen passieve analyseapparatuur worden aangesloten.
Worden de mA-uitgangen bijv. aan een PLC aangesloten, moet de aansluitmethode
aan de PLC als 4-aderig worden gekozen. De aansluitmethode 2-aderig, leidt tot een
verkeerde werking en kan zelfs de analyseapparatuur vernielen.
De regelaar beschikt in de huidige basisuitvoering over twee actieve mA-uitgangen, dit
betekent dat de mA-uitgangen een actieve uitgangsstroom leveren, zonder externe voe‐
dingsspanning. De mA-uitgangen zijn galvanisch gescheiden.
Systeemrespons bij
uitgangen, als de functie
[mA-uitgangen] ➨
➨
of
[Pauze Hold] : [Pauze Hold] bepaalt de systeemrespons van de mA-
[Pauze Hold] actief is.
[mA-uitgangen] instellen
De
Ä Hoofdstuk 4.4 „Kwalificatie
[mA-uitgangen]
145