Kalibreren
CAL ORP
Sensorkalibratie in buffer
Sensorspanning
Stabiliteit
voldoende
Ga verder met <CAL>
Afb. 46: Weergave van de bereikte sen‐
sorstabiliteit
3.
het bereik
[voldoende/ goed / zeer goed] wordt
weergegeven
ð het zwarte gedeelte van de
horizontale balk toont het
bepaalde bereik.
4.
Ga verder met
CAL ORP
Bufferwaarde
Offset
Accepteer met <CAL>
Afb. 47: Bufferwaarde aanpassen
5.
Druk op de
vier pijltoetsen de mV-waarde van
de toegepaste buffer in
6.
Druk op de
7.
Het resultaat van de kalibratie wordt
door het drukken op de
opgeslagen in het geheugen van de
regelaar
ð De regelaar werkt met de resul‐
taten van de kalibratie.
86
0,1 mV
zeer goed
goed
A1029
165 mV
0.0 mV
A1030
-toets en stel met de
-toets
-toets
11.2.3
Data-kalibratie redox-
sensor (CAL)
Probleemloze werking van de
sensor
Correct meten en doseren kan
–
alleen als de sensor probleem‐
loos werkt
De gebruikershandleiding van de
–
sensor opvolgen
Voor het kalibreren moet de
–
sensor uit de doorloopgever
worden uit- en weer ingebouwd.
De gebruikershandleiding van de
doorloopgever opvolgen
Kalibratie van de redox-sensor
De redox-sensor kan niet worden
gekalibreerd. Er kan slechts een afwij‐
king [OFFSET] ter hoogte van
± 40 mV worden ingesteld en gebruikt
voor kalibratie. Mocht de redox-
sensor meer dan ± 40 mV afwijken
van de referentiewaarde, moet deze
volgens de voorschriften in de gebrui‐
kershandleiding van de sensor
worden gecontroleerd.