Aanbouw aan regelventiel
2.3.3 Uitrichten en monteren van
de curveschijf
Bij veerterugstellende draaiaandrijvingen
bepalen de ingebouwde aandrijfveren de
veiligheidspositie en de draairichting van
het regelventiel.
Bij dubbelwerkende veerloze draaiaandrij-
vingen hangt de draairichting af van de ge-
bruikte aandrijving en de uitvoering van het
regelventiel.
uitgangspositie is het gesloten regelventiel.
De werkingswijze, of het regelventiel moet
sluiten of openen bij stijgende gewenste
waarde, moet via de communicatie d.m.v.
de software zijn ingesteld (bewegingsrich-
ting stijgend/stijgend of stijgend/dalend).
1. Curveschijf met schaalverdeling op
adapter (36) resp. koppeling (34) plaat-
sen en de bevestigingsschroef los in-
draaien.
De curveschijf heeft twee curven waarvan
de beginpunten door kleine gaten zijn ge-
markeerd.
Belangrijk!
Bij een gesloten stand van het regelventiel
moet het aanvangspunt (gat) van de curve
zodanig worden uitgericht dat het draai-
punt van de curveschijf, de 0-positie van de
schaalverdeling en de pijlmarkering op het
kijkglas in lijn liggen.
In geen geval mag het beginpunt voor de
gesloten stand onder de 0°-positie liggen!
20
EB 8383-1 NL
Bij aandrijvingen met veiligheidspositie re-
gelventiel geopend moet daarom de aan-
drijving voor het uitrichten van de curve-
schijf worden belast met de max. steldruk.
Bij veerloze aandrijvingen moet de voe-
dingsdruk zijn aangesloten.
2. Bij het uitrichten van de curveschijf
moet de dubbelzijdige schaalverdeling
zo zijn gemonteerd dat de schaalwaar-
de met de draairichting van het regel-
ventiel overeenstemt. Pas daarna de cur-
veschijf met de bevestigingsschroef bor-
gen.
Borg de uitgerichte curveschijf.
Wanneer de curveschijf extra tegen ver-
draaien moet worden geborgd, ga dan als
volgt te werk:
Op de curveschijf bevinden zich, centrisch
gerangschikt rond het middelste gat, vier
gaten waaruit een voor de borging passen-
de moet worden uitgekozen. Door dit gat
moet dan de adapter (36) resp. de koppe-
ling (44) worden doorboord, om daar een
2 mm stift te kunnen monteren.
3. Klepstandsteller zodanig op het tussen-
stuk (34) plaatsen dat de aftastrolhef-
boom (35) met zijn aftastrol aanligt op
de curveschijf. Daarvoor vanaf de voor-
zijde een inbussleutel 2,5 mm of een
schroevendraaier in het door het sleuf-
gat op de afdekplaat zichtbare gat ste-
ken en de klepstandstellerhefboom zo
in de gewenste positie brengen.
4. Klepstandsteller op het tussenstuk vast-
schroeven.