Pagina 3
CE-teken gemarkeerde instrument voldoet aan de ei- sen uit de richtlijn 94/9/EG en de richtlijn 89/336/EWG. De conformiteitsverklaring is beschikbaar op http://www.samson.de en kan daar tevens worden gedownload. Wijzigingen Klepstandstellers vanaf modelindex 3767-x...x. hebben een scharnierdeksel zonder ont- luchtingsopening.
(11) naar de pneumatische aandrijving en De klepstandsteller is uitgevoerd voor direc- zorgt ervoor, dat de klepstang een stand in- te aanbouw aan SAMSON aandrijvingen neemt die overeenkomt met de gewenste type 3277 of met behulp van een adapter- waarde.
Pagina 6
Constructie en werking Wanneer op de ingang een stuursignaal overeenkomend met het binaire signaal 1 (aan) actief is, dan wordt de steldruk p naar de aandrijving doorgeschakeld; het re- gelventiel is in regelbedrijf. Klepstandsteller met standmelder Door plaatsgebrek kan deze uitvoering niet worden gecombineerd met geïntegreerde eindcontacten of een geïntegreerd magneet- ventiel.
Uitvoeringen . Uitvoeringen Klepstandsteller type 3767- Ex-veiligheid Zonder Ex II 2 G EEx ia IIC T6 conform ATEX Ex ia CSA/FM Ex II 3 G EEx nA II T6 conform ATEX Toebehoren Inductieve eindschakelaar Zonder Met twee type SJ 2-SN...
Technische gegevens .2 Technische gegevens Klepstandsteller Directe aanbouw 7,5 ... 30mm, Slagbereik, instelbaar Aanbouw conform DIN IEC 60534 -6 7,5... 120 mm of afhankelijk van curveschijf 30 ... 120° Draaihoek Gewenste waarde 4(0) ... 20 mA 1 ... 5 mA Signaalbereik: 8 ...
Pagina 9
Technische gegevens Magneetventiel Binair gelijkspanningssignaal Ingang 6 V DC 12 V DC 24 V DC Nom. signaal ≤ ≤ ≤ 1,2 V 2,4 V 4,7 V Signaal 0 (niet aantrekken), DC-signaal bij 25 °C ≥ ≥ ≥ 5,4 V 9,6 V 18 V Signaal 1 (aantrekken), DC-signaal bij +80 °C 28 V...
De aanbouw van de klepstandsteller volgt Wanneer de gewenste werkingsrichting niet ofwel via directe aanbouw op de SAMSON- overeenkomt met de zichtbare markering of aandrijving type 3277 of conform wanneer de werkingsrichting moet worden...
Pagina 11
Aanbouw aan regelventiel Membraanstang uitgaand Steldrukverbinding Werkingsricht. <> Werkingsricht. >> intern aanbouw links aanbouw rechts Verbindingsblok Afdichtings- lip (16) Membraanstang ingaand Steldrukverbinding via leidingwerk Werkingsrich. >> Werkingsricht. < aanbouw rechts aanbouw links Zijaanzicht verbindingsblok nieuw met afdichting ( met schakelplaat Afdekplaat Membraanstang uitgaand Markering...
Pagina 12
Aanbouw aan regelventiel 1. Klembeugel (1.2) op de aandrijfstang 8. Verbindingsblok met zijn afdichtringen zodanig vastschroeven dat de bevesti- op de klepstandsteller en het juk plaat- gingsschroef in de groep van de aan- sen en met bevestigingsschroef vast- drijfstang valt. draaien.
Aanbouw aan regelventiel uitvoering "membraanstang uitgaand" door via een intern gat zonder verdere maatrege- een leidingverbinding (tabel 3) met het ver- len gewaarborgd. bindingsblok worden uitgevoerd. Daarvoor Belangrijk! moet de afsluitstop op het verbindingsblok In ingebouwde toestand van het regelventiel worden verwijderd.
Pagina 14
Aanbouw aan regelventiel Tabel 1 Aandrijving Aanbouwset Bestelnr. Benodigde hefboom met bijbeh. klembeugel en tussenplaat G 1/4 1400-6790 D1 met afsluitplug voor Output (38) NP 1/4 1400-6791 Aansluitschroefdraad 240 en 350 1400-6370 D1 (33 mm lang met klembeugel 17 mm hoog) 1400-6371 D2 (44 mm lang met klembeugel 13 mm hoog) Tabel 2...
Aanbouw aan regelventiel 2.2 Aanbouw conf. IEC 60534-6 Voor de aanbouw van de klepstandsteller zijn de in tabel 5 genoemde toebehoren nodig; de nom. slag van het regelventiel bepaalt de bijbehorende hefboom en de benodigde meetveer (tabel 6). De aanbouw conform NAMUR volgt via Veer Afsluitschroef een adapter (fig.
Aanbouw aan regelventiel klepstandsteller-regelventiel worden vastge- voren (fig. 6), moet de beugel met de legd of veranderd. open zijde naar beneden gericht op de hefboom (18) worden geklemd. 2.2. Montagevolgorde 6. Hefboom (18) met klemplaat (22) op as (25) plaatsen. Daarbij moet de beugel enodigde toebehoren en meetveer con- de stift (19) omspannen.
Pagina 17
Aanbouw aan regelventiel Inbouwpositie Aanbouw aan NAMUR-rib 24 25 21 20 Aanbouw aan stangen Hefboom N1, N2 Stift Plaat Beugel Klemplaat Schroef Wijzer Hefboom klepstandsteller Overdrachtsstift Contramoer Hoekstuk apeinden Plaat Moer Montagehoekstuk ⋅ Bild 7 Aanbouw conform DIN IEC 60534 -6 (NAMUR) EB 8355-2 NL...
Pagina 18
Aanbouw aan regelventiel Tabel 5 Regelventiel Slag mm Met hefboom Bestelnr. 7,5 ... 60 N1 (125mm) 1400-6787 Gietjukventiel NAMUR-aanbouwset 22,5 ... 120 N2 (212 mm) 1400-6789 20 ... 25 1400-6436 Onderdelen zie fig. 7 Stangen- 20 ... 25 1400-6437 ventiel met 30 ...
Tabel 7 Aanbouwdelen volledig , met meetveer 2, echter zonder curveschijf 160 cm 320 cm Aandr. VDI/VDE 3845 SAMSON aandrijving type 3278 1400-7103 1400-7104 1400-7105 Bestelnr. Camflex I Camflex I Camflex II Aanbouw Masoneilan DN 25...100...
(rechtsom) moet worden zing plaatsen en met twee schroeven be- verdraaid (zie ook par. 3.1.2). vestigen. ij aanbouw van de Samson-draaiaandrij- Daarbij het tussenstuk zodanig uitrich- ving type 3278 conform fig. 8 links wordt ten dat de luchtaansluitingen van de...
Pagina 21
Aanbouw aan draaiaandrijvingen Aanbouw op SAMSON type 3278 Aanbouw conform VDI/VDE 3845 Ont- en beluchtingsplug of filter-terugslagklep 33 klepstandsteller 34 tussenstuk 35 hefboom met aftastrol 36 adapter 37 overdrachtshefboom 38 schroeven 39 schaal 40 curveschijf 41 aandrijfas 42 ring 43 aanbouwconsole 44 koppeling ⋅...
Aanbouw aan draaiaandrijvingen 2.3.3 Basisinstelling van de Belangrijk! curveschijf et beginpunt (gat) van de gekozen curve moet zodanig worden uitgericht, dat het draaipunt van de curveschijf, de 0°-positie De basisinstelling van de curveschijf is af- van de schaalverdeling en de pijlmarkering hankelijk van de uitvoering van het regel- op het kijkglas in lijn liggen.
Pagina 23
Aanbouw aan draaiaandrijvingen Enkelvoudig werkende draaiaandrijving met veerretour Curveschijf lineair (curveschijf equiprocentueel gestippeld weergegeven) Regelventiel opent linksdraaiend (bij regelventielen, die rechtsdraaiend openen, moet de curveschijf worden omgekeerd zodat dezelfde curveseg- menten als in de figuren hieronder worden doorlopen echter bij naar rechts draaien van de curveschijf). Veiligheidspositie: regelventiel zonder hulpenergie dicht Werkingsrichting direct >>...
Pagina 24
Aanbouw aan draaiaandrijvingen Dubbelwerkende veerloze draaiaandrijving met omkeerversterker Curveschijf lineair (curveschijf equiprocentueel gestippeld weergegeven) Op aandrijfas vanuit klepstandsteller gezien Uitgangspositie regelventiel gesloten Regelventiel opent linksdraaiend Werkingsrichting direct >> Werkingsrichting invers <> Gew. waarde Steldruk Ventiel Karakt. Gew. waarde Steldruk Ventiel Karakt.
Pagina 25
Aanbouw aan draaiaandrijvingen EB 8355-2 NL...
Omkeerversterker bij dubbelwerkende aandrijvingen 2.3.4 Omkeerversterker bij dubbel- Steldrukaansluiting werkende aandrijvingen : Uitgang A op de steldrukaansluiting op de aandrijving aansluiten, welke bij toe- Voor de toepassing op dubbelwerkende nemende druk het ventiel opent. aandrijvingen moet de klepstandsteller van : Uitgang A op de steldrukaansluiting een omkeerversterker worden voorzien.
Pagina 27
Omkeerversterker bij dubbelwerkende aandrijvingen Van klepstandsteller Output 38 Supply 9 Stelsignaal naar aandrijving omkeerversterker 1.1 speciale schroeven 1.2 vlakke pakking 1.3 speciale moer 1.4 afdichtrubber 1.5 plug 1.3 1.2 ⋅ ig. 11 Aanbouw van een omkeerversterker EB 8355-2 NL...
Pneumatische aansluitingen 3 Aansluitingen Belangrijk! bij het vervangen van oudere klepstandsteller tot modelindex 3767-x...x. 3. Pneumatische aansluitingen moeten eventueel ook aanbouwonderde- len worden vervangen. De luchtaansluitingen zijn naar keuze als gat met NPT 1/4 of G 1/4 schroefdraad uit- 3. . Manometer gevoerd.
Pagina 29
Pneumatische aansluitingen Membraanstang door veerkracht ingaand veiligheidspositie "ventiel open" (bij doorgangs- en hoekventielen) De benodigde voedingsdruk bij dichtsluiten- de ventielen wordt door schatting uit de maximale steldruk pst bepaald: ⋅ π ⋅ ∆ = F + [bar] ⋅ d = zittingdiameter [cm] p = verschildruk over ventiel [bar] ∆...
Elektrische aansluitingen H oud de bijgevoegde veiligheidsinstructies aan. 3.2 Elektrische aansluitingen De kabels voor de gewenste waarde moe- ten op de behuizingsklemmen 11 en 12 worden aangesloten. Bij de elektrische installatie moeten Een algemene aansluiting aan een poten- de geldende elektrotechnische voor- tiaalvereffeningsader is niet nodig. Wan- schriften en de nationale veiligheids- neer toch aansluiting hiervan moet worden voorschriften worden aangehouden.
Elektrische aansluitingen Instructies voor keuze van de bekabeling: Toebehoren: Voor het leggen van meerdere intrinsiekveili- Tot index 3767-x...x. ge circuits in een meeraderige kabel, moet Kabelwartel PG 13,5: par. 12 van de EN 60079-14; Kunststof zwart estelnr. 1400-6781 VDE 0165/8.98 worden aangehouden.
nstellen van de klepstandsteller op het regelventiel 4 Bediening seindwaarde (4 resp. 20 mA) van de ge- wenste waarde zijn. Het bereik van de ge- 4. Instellen van de klepstandstel- wenste waarde en daarmee de eindwaarde bepaalt de slag van het regelventiel. ler op het regelventiel In split-range bedrijf (fig.
nstellen van de klepstandsteller op het regelventiel Belangrijk! Belangrijk! Wanneer de klepstandsteller door een com- De instelling van de Xp-smoring moet altijd puter wordt aangestuurd, waarvan het sig- voor de instelling van het aanvangsbereik naal bijv. is begrensd van 4...20 mA, dan worden vastgelegd.
nstellen van de klepstandsteller op het regelventiel 2. Na de correctie het stelsignaal wegne- Aanvangsbereik (bijv. 20 mA) men en weer doen toenemen. 1. Ingangssignaal met mA-bron op 20 Eerst het aanvangsbereik en daarna de mA instellen. eindwaarde controleren. Correctie her- 2.
nstellen van de klepstandsteller op het regelventiel Belangrijk! Na montage en instelling van de klepstand- steller moet erop worden gelet dat wanneer het ventiel is ingebouwd de ont- en beluch- tingsplug op het huisdeksel naar beneden wijst. 4.2 Wijzigen van de werkingsrich- ting Wanneer na een al vastgelegde toekenning de werkingsrichting moet worden gewij-...
nstelling van de eindschakelaars 4.3 Instelling van de eindschake- de eindstand van het regelventiel (ventiel open resp. dicht) conform tabel 8 en 9 wor- laars den vastgelegd. De toekenning van de klemmenparen ij de uitvoering met inductieve eindschake- 41/42 en 51/52 aan de schakelaars A en laars bevinden zich op de draaias twee in- volgt indien gewenst door het omkeren stelbare stuurkammen, die de bijbehorende...
nstelling van de eindschakelaars Schakelpuntinstelling: Regelventiel in de schakelpositie brengen en de betreffende stuurkam door het verdraai- en van de instelschroef (53) zodanig instel- len dat het schakelpunt wordt bereikt en bijv. wordt gesignaleerd door een lichtdio- de op de schakelversterker. Om onder alle omgevingscondities een be- trouwbaar schakelen te waarborgen moet het schakelpunt ca.
nstelling van de standmelder 4.4 Instelling van de standmelder Nulpunt (ZERO) Het nulpunt wordt met de schakelaars 1 en Belangrijk! 2 vooringesteld en met de potentiometer Voor het instellen van de standmelder moe- ZERO fijn-nageregeld. Deze heeft altijd be- ten het aanvangsbereik (nulpunt) en de eind- trekking op de 4 mA-waarde.
Pagina 39
nstelling van de standmelder correctie met de potmeters worden her- Nulpuntinstelling haald totdat beide waarden kloppen. 1. Regelventiel met ingangssignaal van de klepstandsteller in de gesloten stand Instructie voor het instellen van de stand- brengen (ventiel DICHT slag 0 %). melder bij een klepstandsteller met adapt- 2.
Ombouwen en naderhand aanbouwen van de klepstandsteller 5 Ombouwen en naderhand aan- 3. Aansluitplaat (3) met afdichting zoda- nig over de gaten plaatsen en vast- bouwen van de klepstandsteller schroeven dat de smoring in de afdich- ting boven het rechter inwendige gat zit. Houdt bij Ex-apparatuur altijd par.
Toebehoren: 6. Extra kabelwartel op behuizing schroe- inbouwset eindschakelaars af- ven. hankelijk van index 3767-xxxxxxxxxx. Bestelnr. 1400-7573 vanaf index 04 5.3 Naderhand inbouwen mag- Bestelnr. 1400-6381 voor index 03 neetventiel 1. Hoekstuk met plaat (1) afschroeven.
Service bij Ex-instrumenten H oud de bijgevoegde veiligheidsinstructies aan. 6 Service bij Ex-instrumenten 4. Klembody (10) voor magneetventiel in de klemhouder monteren. Wanneer de klepstandsteller met een deel 5. Op de achterzijde van de klepstandstel- waarvan de explosieveiligheid afhangt ler de plaat (9) plaatsen en met twee wordt gerepareerd, dan mag deze pas schroeven op de setpointinsteller bevesti- weer in bedrijf worden genomen wanneer...
Afmetingen in mm 7 Afmetingen in mm Pneumatische aansluitingen G 1/4 of NP 1/4 Directe aanbouw M20 x 1,5 19,5 Output (38) Supply (9) Omkeerrelais (naar keuze) Ø110 Aanbouw met tussenstuk voor draaiaandrijving Aanbouw DIN IEC 60534-6 (NAMUR) met adapter Pneum.
Pagina 50
Technische wijzigingen, zonder voorafgaande aankondiging, voorbehouden. SAMSON REGEL ECHNIEK B.V. Postbus 290 (Signaalrood 10) NL - 2700 AG ZOE ERMEER B 8355-2 NL el. 079 - 3610501 Fax. 079 - 3615930...
Pagina 51
Veiligheidstechnische specificaties bij de inbouw- en bedieningshandleiding voor de klepstandsteller met ATEX-toelating Veiligheidstechnische specificaties conform deel 30 van de EN 60079-0:2009 Belangrijke veiligheidsinstructies Gelakte schroeven in of aan de behuizing mogen niet worden losgemaakt. Het apparaat mag alleen door vakpersoneel dat bekend is met de montage, de inbedrijfname en het Voor het samen schakelen van het intrinsiekveilige bedrijf van dit product, worden gemonteerd en in be-...
Pagina 52
Voor het samenschakelen van het bedrijfsmiddel met energiebegrensde stroomcircuits met ontstekingsklasse Ex nL IIC gelden de toegestane maximale waarden van de conformiteitsverklaring resp. de aanvullingen op de conformiteitsverklaring. Reparatie van Ex-apparaten Wanneer het bedrijfsmiddel in een component waar- van de explosieveiligheid afhangt wordt gerepareerd, dan mag deze pas weer in bedrijf worden genomen, wanneer een deskundige het bedrijfsmiddel conform de eisen van de explosieveiligheid heeft gecontroleerd...