Bougie
Bougie
Zie Belangrijke veiligheidsmaatregelen op pagina 27.
Aanbevolen bougie
De aanbevolen standaardbougie is geschikt voor
de meeste wedstrijdomstandigheden.
Standaard
SILMAR9A – 9S (NGK)
Optie
SILMAR10A – 9S (NGK)
Gebruik uitsluitend het aanbevolen type bougies
met het aanbevolen temperatuurbereik.
LET OP
Het gebruik van bougies met een ongeschikt of
onjuist bereik kan beschadiging van de motor
veroorzaken.
Het gebruik van een bougie zonder weerstand kan
problemen tijdens de ontsteking veroorzaken.
Deze motorfiets is voorzien van een bougie met
een iridiumpunt in de centrale elektrode en een
platinapunt in de zijelektrode.
Let op het volgende bij het onderhoud van de
bougie.
• Reinig de bougie niet. Als een elektrode is
verontreinigd door ophoping van vuil of modder,
vervangt u de bougie.
• Controleer de elektrodenafstand van de bougie
altijd met eenvoelermaat van het draadtype. Om
schade aan de iridium punt van de centrale
elektrode en de platina punt van de zijelektrode
te voorkomen, mag u nooit een voelermaat van
het bladtype gebruiken.
• Pas de elektrodenafstand niet aan. Als de
elektrodenafstand buiten de specificaties valt,
vervangt u de bougie.
82
Het onderhoud van uw Honda
Bougies inspecteren en vervangen
1. Verwijder het zadel en hang de brandstoftank aan
de linkerkant van het frame (pagina 38, 39, 41).
2. Maak de bougiedop (1) los.
3. Verwijder eventuele vervuiling rondom de bougie.
4. Verwijder de bougie (2).
(1)
(1) bougiedop
(2) bougie
5. Controleer de elektroden op slijtage of
afzettingen, de pakking (3) op schade, en de
isolator op barsten. Vervang de bougie als u
bovenstaande slijtage of schade aantreft.
6. Meet de elektrodenafstand (4) met een
voelermaat van het draadtype. Als de
elektrodenafstand buiten de specificaties valt,
vervangt u de bougie.
De aanbevolen elektrodenafstand is:
0,8 – 0,9 mm
(3)
(4)
(3) pakking
(4) elektrodenafstand
7. Om nauwkeurige metingen voor de bougie te
kunnen verrichten, maakt u snelheid op een
recht stuk weg. Houd de motorstopknop
ingedrukt en ontkoppel door de
koppelingshendel in te trekken.
Kom langzaam tot stilstand. Verwijder en
inspecteer daarna de bougie. De porseleinen
isolator rond de centrale elektrode moet een
lichtbruine of grijze kleur hebben.
(2)
Als u een nieuwe bougie gaat gebruiken, moet u
eerst minstens 10 minuten rijden voordat u de
bougie inspecteert. Een nieuwe bougie verkleurt in
eerste instantie niet.
Als de elektroden verbrand lijken of als de isolator
wit of lichtgrijs (arm) is, of als de elektroden en
isolator zwart of vervuild (rijk) zijn, is er elders een
probleem (pagina 158).
Controleer het PGM-FI-systeem en het
ontstekingstijdstip.
8. Draai met de pakking bevestigd de bougie
handmatig in om scheef indraaien te voorkomen.
9. Draai de bougie aan.
• Als de oude bougie in orde is:
1/12 slag na contact.
• Draai een nieuwe bougie bij het installeren
tweemaal vast om losraken te voorkomen:
a) Zet eerst de bougie vast:
1/4 slag na contact.
b) Draai dan de bougie los.
c) Draai daarna de bougie weer vast:
1/12 slag na contact.
LET OP
De motor kan worden beschadigd door een bougie
die onvoldoende is vastgedraaid. Als een bougie te
los zit, kan de zuiger worden beschadigd. Als een
bougie te strak is aangedraaid, kunnen de
schroefdraden worden beschadigd.
10. Maak de bougiedop los. Let op dat er geen
kabels of draden beklemd raken.
11. Breng de brandstoftank en het zadel aan
(pagina 38, 40, 42).