Instellingen voor wedstrijden
Dit hoofdstuk beschrijft de fijnafstelling van uw
CRF voor optimale prestaties in wedstrijden.
De eerste afstelling van de vering kunt u het beste
pas doen na minimaal 2 uur rustig inrijden.
Er zijn optionele veren voor de voor- en
achtervering leverbaar waarmee u uw CRF
nauwkeurig kunt aanpassen aan uw gewicht, rijstijl
en circuitcondities.
Volg de instructies voor het instellen van de
veervoorspanning van de achtervering in
Achtervering afstellen om te bepalen of bij uw
totale afgeveerde gewicht van rijder plus machine
(rijder in compleet wedstrijdpak en machine
afgevuld met koelvloeistof, olie en brandstof) een
stugger of zachter afgestelde achtervering vereist
is. Als u een optionele achterveer gebruikt, moet u
mogelijk vorkveren met een vergelijkbare
veerwaarde monteren om de machinebalans te
handhaven.
Keuzeknop motormodus ................................142
Huidige modus...........................................142
Modusselectie ............................................142
HRC-Launch Control System ........................143
Voorvering afstellen.......................................145
Luchtdruk voorvering ................................145
Demping voorvering ..................................146
Vorkveren ..................................................146
Vorkolie afstellen.......................................147
Achtervering afstellen ....................................149
Veervoorspanning achtervering .................149
Demping achtervering................................150
Raceveerhoogte achtervering.....................152
Vering afstellen voor circuit
circuitcondities ..............................................154
Afstelrichtlijnen voor de vering .....................155
Tuningtips ......................................................158
Bougie beoordelen .....................................158
Frame afstellen...............................................159
Achterkant..................................................159
Vorkhoogte/vorkhoek ................................159
Wielbasis....................................................159
Tandwieloverbrenging ...................................160
Bandenkeuze voor circuitcondities ................161
Persoonlijke aanpassingen .............................162
Positie van hendels en schakelaars ............162
Positie, breedte en vorm van het stuur.......162
Instellingen voor wedstrijden
Instellingen voor wedstrijden
141