Advertenties
Brandstofsysteem (CRF450RX)
Brandstofsysteem (CRF450RX)
Zie Belangrijke veiligheidsmaatregelen op pagina 27.
Brandstof
Type
Research-octaangetal
(RON)
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine in uw CRF.
Als uw CRF wordt gebruikt in een land waar alleen
loodhoudende benzine beschikbaar is, moet u de
nodige maatregelen nemen om daar uitsluitend
loodvrije benzine te gebruiken.
Uw motor is geschikt voor loodvrije benzine met
een pompoctaangetal (R + M)/2 van 91 of hoger of
een researchoctaangetal van 95 of hoger. Normaal
staat bij benzinepompen van tankstations het
pompoctaangetal aangegeven. Voor meer
informatie over het gebruik van Alcoholhoudende
benzine, zie pagina 182.
Bij gebruik van benzine met een of lager
octaangetal kan de motor gaan "pingelen" of
"detoneren" (d.w.z. een kloppend geluid maken).
Door aanhoudend zwaar pingelen kan er schade
aan de motor ontstaan. (Licht pingelen, dat ontstaat
wanneer de motor zwaar wordt belast,
bijvoorbeeld bij het oprijden tegen een helling, is
geen reden tot zorg.)
Als het pingelen of detoneren optreedt bij een
constant motortoerental onder normale belasting,
stap dan over op benzine van een ander merk. Als
het pingelen of detoneren blijft aanhouden, neem
dan contact op met uw dealer.
Gebruik nooit oude of vervuilde benzine.
Voorkom het binnendringen van vuil, stof of water
in de brandstoftank.
46
Het onderhoud van uw Honda
Brandstof tanken
1. Om de brandstofvuldop (1) te openen, trekt u
de ontluchtingsbuis (2) uit de stuurstangmoer
(3). Draai de brandstofvuldop naar links en
Loodvrij
verwijder de dop.
95 (of hoger)
2. Vul brandstof bij als het brandstofniveau de
onderkant van de vulhals (4) bereikt.
Inhoud brandstoftank:
8,5 ℓ
• Let op dat u de brandstofpomp niet beschadigt
tijdens het vullen van de brandstoftank.
• Zorg dat u de tank niet overmatig vult. Er mag
geen benzine in de vulhals staan.
(4)
(1) brandstofvuldop
(2) ontluchtingsbuis
(3)
(2)
(3) stuurstangmoer
(4) onderkant vulhals
WAARSCHUWING
Benzine is een uiterst licht ontvlambare en
explosieve stof. U kunt brandwonden of
ernstig letsel oplopen in de omgang met
brandstof.
• Zet de motor uit en houd warmte, vonken
en vlammen uit de buurt van de motorfiets.
• Vul de tank uitsluitend buiten.
• Verwijder gemorste brandstof onmiddellijk.
3. Sluit de brandstofvuldop en steek de
ontluchtingsbuis in de stuurbuismoer.
Brandstofleiding controleren
1. Hang de brandstoftank aan de linkerkant van
(1)
het frame (pagina 39).
2. Verwijder de afdekking (1) van de
brandstofsnelkoppeling.
3. Controleer de brandstofleiding (2) op
scheuren, slijtage, beschadiging of lekkage.
Vervang indien nodig de brandstofleiding.
(1) afdekking van brandstofsnelkoppeling
(2) brandstofleiding
4. Breng de afdekking van de
brandstofsnelkoppeling aan.
5. Breng de brandstoftank aan (pagina 40).
(2)
(1)
Advertenties
