7. Breng de linker plaat (9) van de
cilinderkopophanging en de rechter plaat (10) van
de cilinderkopophanging aan. Breng vervolgens de
bouten (11) van de plaat van de
cilinderkopophanging en de bouten (12) van de
cilinderkopophanging losjes aan.
Haal de bouten van de cilinderkopophanging en de
bouten van de plaat van de cilinderkopophanging
aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment:
bouten van cilinderkopophanging:
54 Nm (5,5 kgf·m)
bouten van plaat van cilinderkopophanging:
32 Nm (3,3 kgf·m)
Linkerzijde:
(9)
Rechterzijde:
(11)
(12)
(9) linkerplaat van cilinderkopophanging
(10) rechterplaat van cilinderkopophanging
(11) bouten van plaat van cilinderkopophanging
(12) bouten van cilinderkopophanging
8. Breng het gasklephuis (13) aan op de isolator
(14) door de lip van het gasklephuis uit te
lijnen met de groef op de isolator. Haal de
schroef (15) van de isolatorband zodanig aan
dat speling tussen de uiteinden van de band
11,0 ± 1,0 mm bedraagt.
(15)
(11)
11,0 ± 1,0 mm
(12)
(13) gasklephuis
(14) isolator
(10)
9. Monteer de onderlegring (16) en onderste
bevestigingsbout rechts (17) van de radiateur
en draai deze stevig vast.
10. Sluit de radiateurslang (18) aan op de
waterslangkoppeling (19) van de cilinderkop
zoals weergegeven.
Zuiger/zuigerveren/zuigerpen
(13)
Uitlijn
(19)
(16) onderlegring
(17) onderste bevestigingsbout rechts van radiateur
(18) radiateurslang
(19) waterslangkoppeling
11. Draai de schroef (20) van de klem van de
(14)
(15)
(15) schroef van
isolatorband
(20) schroef van klem van radiateurslang
(16)
(18)
radiateurslang aan zoals hieronder
weergegeven.
(20)
0 – 0,5 mm
Het onderhoud van uw Honda
(17)
(vervolg)
99