Remmen
Remmen
Zie Belangrijke veiligheidsmaatregelen op pagina 27.
Zowel de voor- als achterremmen zijn
hydraulische schijfremmen. Naarmate de
remblokken slijten, daalt het remvloeistofniveau.
Het remvloeistofniveau daalt ook wanneer er
sprake is van een lekkage in het systeem.
Controleer het systeem regelmatig op
vloeistoflekkages. Controleer ook regelmatig het
remvloeistofniveau en controleer de remblokken
op slijtage.
Als de reactie van de voorremhendel of het
achterrempedaal abnormaal is, controleer dan de
remblokken. Als de remblokken de aanbevolen
slijtagelimiet (pagina 121) niet hebben
overschreden, zit er waarschijnlijk lucht in het
remsysteem.
Raadpleeg een officiële werkplaatshandleiding
van Honda of neem contact op met uw dealer om
het systeem te ontluchten.
118
Het onderhoud van uw Honda
Voorremhendel afstellen
1. Schuif de stofkap van de voorremhendel (1) opzij.
(1) stofkap van remhendel
2. Draai de borgmoer (2) los.
3. Om de voorremhendel verder van de handgreep af
te plaatsen, draait u de stelmoer (3) rechtsom.
Om de voorremhendel dichter naar de handgreep
toe te plaatsen, draait u de stelmoer linksom.
4. Haal de borgmoer aan tot het voorgeschreven
aanhaalmoment terwijl u de stelmoer vasthoudt:
5,9 Nm (0,6 kgf·m)
5. Breng siliconenvet aan op de contactvlakken van
de stelmoer en de aanslag (4).
(4)
(3)
(2) borgmoer
(4) aanslag
(3) stelmoer
6. Monteer de stofkap van de voorremhendel in
de omgekeerde volgorde van het verwijderen.
Hoogte achterrempedaal
Het achterrempedaal moet op ongeveer gelijke
hoogte liggen met de rechter voetsteun.
1. Draai de borgmoer (1) los en draai de
drukstang (2) in de richting (+) om het
achterrempedaal (3) omhoog te brengen of in
de richting (–) om het pedaal omlaag te
brengen.
2. Haal de borgmoer van de drukstang bij de
gewenste pedaalhoogte aan tot het
(1)
voorgeschreven aanhaalmoment.
5,9 Nm (0,6 kgf·m)
(+)
(1)
(1) borgmoer
(2) drukstang
(3) achterrempedaal
(2)
(2)
(3)
(–)
(+) pedaal omhoog
(–) pedaal omlaag