Bedieningselementen
Bestuurdersstoel
Hoogte-instelling
De hoogte-instelling kan traploos worden
aangepast en wordt pneumatisch onder-
steund.
De zithoogte kan worden veranderd door
de bedieningshendel (pijl) volledig uit te
trekken of in te drukken. Wanneer hierbij
de bovenste of de onderste aanslag van
de hoogte-instelling bereikt is, wordt de
hoogte automatisch aangepast om een
minimale veerweg te garanderen.
Om beschadigingen te vermijden
bedient u de compressor niet langer dan
1 minuut.
Schokdemping
De demping van de stoel kan worden
aangepast aan de toestand van de weg of
het terrein.
De vering is daarom individueel instel-
baar. Draai de hendel tot de gewenste
instelling en laat deze los.
Stand 1 = zacht
Stand 2 = middelhard
Stand 3 = hard
Stand 2 is de door de fabrikant aanbevo-
len basisinstelling voor een bestuurder
met een gemiddeld gewicht.
Instelling van de zitdiepte
De zitdiepte kan individueel worden aan-
gepast. Om de zitdiepte in te stellen, duwt
u de rechterknop (pijl) omhoog. U stelt
de zitdiepte in door tegelijkertijd de zitting
naar voren of naar achteren te schuiven.
75 / 556