Advertenties
Voor het rijden op openbare wegen in Nederland en België geldt in het algemeen
het volgende:
– De nareiniger moet in de transportstand worden gezwenkt, daarna moet de overla-
der in de transportstand worden gezet.
– De contragewichtarm moet naar de middenlijn van het voertuig worden gezwenkt
en worden vergrendeld.
– Het contragewicht moet tot aan de aanslag worden neergeklapt.
– De zwenkarm moet worden vergrendeld.
– De bestuurderscabine moet tot de aanslag worden neergelaten.
– De opname moet tot aan de aanslag omhoog worden gebracht.
– De platen moeten worden neergeklapt, de steunpoten moeten tot aan de aanslag
omhoog worden gebracht en de twee dozerbladen moeten tot aan de aanslag wor-
den ingeklapt.
– De twee zijdelen van de opname moeten tot de aanslag worden ingeklapt.
– De bietenhoopruimer moet in de middelste stand worden gedraaid, horizontaal
worden gezet en worden ingetrokken tot de middenspits.
– De bietenrestopraper moet dwars ten opzichte van de rijrichting worden gedraaid.
– De pendelasondersteuning moet worden uitgeschakeld.
– Bedrijfsmodus "Haas II" kiezen.
– De bestuurdersstoel moet in de rijrichting worden vergrendeld.
– De wielen van de achteras moeten in de rechtuitstand worden gezet.
– De achterasbesturing moet worden vergrendeld (hoofdstuurschakelaar vergrende-
len.).
– Alle werklampen moeten uitgeschakeld zijn.
– Het hulptrapje op brandstoftank moet omhoog worden geklapt en worden vergren-
deld.
– De operationele veiligheid en verkeersveiligheid van het voertuig, in het bijzonder
de besturing en de verlichting, moeten worden gecontroleerd en eventueel worden
aangebracht.
– Tijdens het rijden op de openbare weg moeten de hulpassen zijn neergelaten.
VOORDAT u de hulpassen neerlaat, moet u grondig controleren of er zich geen
personen in de buurt van de hulpassen bevinden!
Verdere verplichtingen bij het gebruik van de machine:
Bij het rijden op de openbare weg moeten de gele zwaailichten zijn ingeschakeld,
ongeacht het tijdstip van de dag.
Voor het rijden op de openbare weg moet de machine zodanig worden gereinigd dat:
het toegestane totale gewicht niet overschreden wordt,
alle waarschuwingspanelen duidelijk herkenbaar zijn,
alle knipperlichten en voorzieningen voor de verlichting schoon en zijn en goed
werken.
Als zelfrijdende werkmachine met een maximale snelheid van 40 km/u, 32 km/u,
30 km/u of 25 km/u is een vergunning en een nummerplaat voor de machine verplicht.
Daarnaast moet het voertuig door de voertuigeigenaar in overeenstemming met de
regionale voorschriften worden verzekerd tegen schade.
Aan de volgende verplichtingen moet altijd worden voldaan:
Er moet altijd gebruik worden gemaakt van een veiligheidsman, die de bestuurder
van het voertuig de nodige instructies geeft voor het veilig besturen van het voer-
tuig, omdat het voertuig anders (bijv. op kruispunten en bij wegversmallingen, tij-
dens het parkeren of bij de weersomstandigheden) niet gegarandeerd veilig rijdt.
De achterwielbesturing mag alleen kort worden ingeschakeld om scherpe bochten
te nemen bij lage rijsnelheid.
Alleen ervaren en betrouwbare personen met kennis van de regio komen in aan-
merking als bestuurder en begeleider (veiligheidsman).
Werking
Rijden op openbare wegen
201 / 556
Advertenties
