7.1.4
Brandstofsysteem
OPMERKING
Gevaar voor milieuverontreiniging door gemorste brandstof. Bij werkzaamheden aan
het filter plaatst u er eerst een opvangbak onder en de voert u de opgevangen brand-
stof conform de voorschriften af.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding bij de omgang met dieselbrandstof.
Roken, vuur en open vlammen zijn verboden bij de omgang met diesel, omdat brand-
stof licht ontvlambaar is en brandstofdampen explosief zijn. Zorg bij de omgang met
brandstoffen altijd voor voldoende toevoer van verse lucht.
Gevaar voor huidletsel en gevaar voor vergiftiging. Diesel kan door direct contact met
de huid schade aan de huid veroorzaken. Bij de omgang met diesel altijd geschikte
beschermende handschoenen dragen. Adem ook nooit brandstofdampen in, omdat
dit kan leiden tot vergiftigingsverschijnselen.
De diesel wordt door een elektrische pomp (1) door het brandstofvoorfilter (2) met
geïntegreerde waterafscheider en voorverwarming aangezogen en naar de tussen-
tank (5) boven de dieselmotor getransporteerd. Vanuit de tussentank (5) zuigt de
brandstofpomp de diesel aan en leidt deze door de twee filters op de dieselmotor
(brandstofvoorfilter en brandstoffijnfilter) naar de hogedrukpomp.
(1)
Elektrische pomp voor diesel
(2)
Brandstofvoorfilter op de elektrische pomp
Onderhoud
Dieselmotor
355 / 556