Advertenties
Werking
Verlaadactiviteit
6.14.4
Diepte-instelling opname
– De diepte van de opname wordt geregeld door de twee in hoogte verstelbare
– Rij de bietenhoop in.
– Stel hierbij de opnamediepte in.
De buis van de opnemerwals mag nooit in de grond worden gedrukt, maar de onder-
kant ervan moet het oppervlak van de grond raken. Wanneer de opname te diep is
ingesteld en dus aarde voor zich uitschuift, wordt de aandrijving overbelast en kan
deze wals doorbuigen. De bedrijfskosten van de machine worden daardoor aanzien-
lijk hoger! Een vlakke ondergrond onder de hoop is een belangrijke voorwaarde voor
het optimale gebruik van de laadmuis. Wanneer de ondergrond niet vlak is, kan niet
zonder veel verliezen worden gewerkt. Diepe sporen onder de bietenhoop dienen te
worden vermeden.
Met de mini-joystick (1) op de rechter joystick wordt de hoogte van het middenstuk
van de opname en daardoor ook de hoogte aan de binnenzijde van de zijdelen van de
opname ingesteld.
254 / 556
steunpoten (10) (buiten op de twee zijdelen van de opname) en het middenstuk
van de opname.
De hoogte van de opname moet worden aangepast, zodat de vingers van de opne-
merwals over de volledige lengte in de grond grijpen. Deze opnamediepte is opti-
maal voor het voorzichtig en krachtsparend werken.
OPMERKING
1
4
5
Advertenties
