7.15.3
Buitenlucht-aanzuigfilter bestuurderscabine
Het aanzuigfilter voor buitenlucht (5) voor de bestuurderscabine bevindt zich rechts-
buiten op de achterwand van de bestuurderscabine.
Het filter moet indien nodig worden gereinigd. Daarvoor:
– De rubberen sluithendel van de afdekkap openen en de afdekkap afnemen.
– De kartelschroef (6) uitdraaien en het filter uit het steunframe verwijderen.
– Filterelement reinigen met perslucht.
– Gereinigd filterelement weer in het steunframe plaatsen en met kartelschroef vast-
draaien.
– Afdekkap terugzetten.
Dit filterelement (ROPA-artikelnr. 352033200) moet minimaal één keer per jaar worden
vervangen.
Afdekkap verwijderd
7.15.4
Condensafvoer airconditioner
(7)
Condensafvoer
Controleer de condensafvoer van de airconditioner aan de onderkant van de cabine
regelmatig. Als u ziet dat er geen water wordt afgevoerd, moet de condensafvoer wor-
den gereinigd.
Onderhoud
Airconditioning en ventilatiesysteem
437 / 556