Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

DCI DigiTrak Mark III Bedieningshandleiding pagina 80

Lokalisatiesysteem voor gerichte boringen
Inhoudsopgave

Advertenties

Glossarium
Hoogte boven de grond = Ultrasone afstand = Ultrasone meting
De hoogte boven de grond of ultrasone afstand wordt door de ontvanger gebruikt om de diepte/ afstand
van de zender te berekenen. Voor nadere informatie, zie "Ultrasone functie" in het hoofdstuk over de
ontvanger.
Horizontale hoek
De rotatie langs de lengte-as van de zender.
Indrukken of ingedrukt houden
Zie Knop indrukken, Knop ingedrukt, en Knop losgelaten.
Kabelzender
Via een kabel rechtstreeks op de afstandsbeeldweergave verbonden zender die gegevens van zeer
lange of diepe boorwerkzaamheden kan verschaffen.
Knop indrukken
Onder de knop indrukken wordt verstaan: de knop indrukken en binnen ½ seconde weer loslaten.
Meestal wordt met deze handeling een ultrasone meting gestart. Voor nadere informatie, zie "Indrukken
of ingedrukt houden" en "Ultrasone functie" in het hoofdstuk over de ontvanger.
Knop ingedrukt
Met de blijvend ingedrukte knop is het systeem aan het lokaliseren. Verschillende soorten informatie
zijn beschikbaar wanneer tijdens het normale lokaliseren of bij het opstarten de knop ingedrukt wordt
gehouden. Voor nadere informatie, zie "Indrukken of ingedrukt houden" in het hoofdstuk over de
ontvanger.
Knop losgelaten
Met de knop naar beneden of losgelaten is het systeem aan het traceren. De verticale en horizontale
hoek, alsmede de afstand/diepte van de zender worden voortdurend weergegeven en bijgewerkt. De
informatie op de ontvanger, direct nadat een ingedrukte knop is losgelaten, hangt af van de op de
ontvanger geïnstalleerde firmware. Voor nadere informatie, zie "Indrukken of ingedrukt houden" in het
hoofdstuk over de ontvanger.
Lokatielijn en lokatiepunten
Zie Positieve Lokatielijn, Voorste Negatieve Lokatiepunt en Achterste Negatieve Lokatiepunt.
Magnetische afstand
De magnetische afstand wordt door de ontvanger gebruikt om de diepte/afstand van de zender te
berekenen. Voor nadere informatie, zie "Ultrasone functie" in het hoofdstuk over de ontvanger.
Mark III
Benaming om DigiTrak ontvangers met een verbeterde uitvoering van de Mark I en Mark II ontvangers
te onderscheiden. De Mark III heeft een speciale afscherming die het bereik van alle DigiTrak zenders
verhoogt en de effecten van bepaalde storingen vermindert.
Mark III zelftest
Procedure voor het uitvoeren van een diagnostische zelftest op alle onderdelen van de ontvanger
behalve de ultrasone transductors (andere ultrasone onderdelen worden wel getest). De zelftest moet
in een storingvrije omgeving en buiten het bereik van eventuele actieve zenders worden uitgevoerd.
Voor nadere informatie, zie "Zelftest voor Mark III ontvangers" in het hoofdstuk over operationele
controles.
Metrieke maten
De uitdrukking gebruikt om de dieptemetingen in centimeters aan te geven.
72
®
DigiTrak
Mark III Bedieningshandleiding
®

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave