®
Lokatie van de zender
De eigenschappen van het magnetisch veld van de zender stellen de ontvanger in staat om de plaats van
de zender in de grond nauwkeurig te bepalen. De zender straalt een ellipsvormig veld uit dat de ontvanger
gebruikt om de positie van de zender met 3 specifieke lokaties, niet alleen het sterkste signaal, te bepalen.
Deze lokaties worden aangeduid als de vóór- en achterzijde van het negatieve lokatiepunt (FNLP en
RNLP) en de positieve lokatielijn. Voor nadere informatie over de lokatie van de zender, zie het hoofdstuk
over lokalisatie.
De lokatielijn en referentiepunten van de zender worden alleen dan nauwkeurig geregistreerd, wanneer de
ontvanger in de horizontale stand blijft. De ontvanger is ergonomisch ontworpen om bij het indrukken van
de knop horizontaal te blijven.
Gevoelige verticale hoek zenders
De gevoelige verticale hoek zenders zijn bedoeld voor natuurlijk afwaterende rioolsystemen waar de
verticale hoek moet worden vastgesteld in eenheden kleiner dan 1%. DCI's gevoelige verticale hoek
zenders werken net zoals de standaard verticale hoek (1%) zenders, behalve dat de verticale hoek wordt
gemeten en weergegeven in tienden van een procent (0,1%) nauwkeurig.
De verticale hoek van de zender, die wordt afgebeeld in het linker bovenvenster van de ontvanger, heeft
géén decimaalteken. Zo betekent een aflezing van 45 dat de verticale hoek 4,5% bedraagt.
De maximale verticale hoek die met gevoelige verticale hoek zenders kan worden gemeten en
weergegeven is 10%. Een uitkomst van 10% komt overeen met 100 in het linker bovenvenster van de
ontvanger. Wanneer de in- en uitgang van het boorgat meer dan 10% bedragen, verdient het aanbeveling
om eerst die gedeelten te boren met gebruikmaking van een standaard verticale hoek zender en
vervolgens een gevoelige verticale hoek zender voor het restant te gebruiken.
Tips voor het boren met een gevoelige verticale hoek zender:
1. Plan het boorgat en plaats de boorinstallatie zodanig dat de in- en uitgang onder een lichte helling
liggen.
2. Controleer met behulp van een egaal testvlak dat de verticale hoek niet schommelt wanneer de zender
in alle 12 standen van de klok wordt gedraaid. Mocht dat toch het geval zijn, maak dan een
aantekening van de variatie.
3. Voer dezelfde proef met de zender in de ombouw uit. Dit wijst uit of de zender horizontaal in de
ombouw wordt gehouden.
4. Lees de verticale hoek af met de zender in de 9 of 3 uur stand, nadat het instrument 5 centimeter van
de voorkant van de tunnel is verwijderd, om een zo groot mogelijk nauwkeurige gevoeligheid te
bereiken.
5. Controleer of het instrument op de juiste diepte en onder de juiste hoek zit, alvorens cruciaal hellende
gedeelten van het boorgat te boren. Een onjuiste beginstand kan naderhand de besturingscapaciteit
van de boorapparatuur te boven gaan. De fout bij onjuiste beginstand van de boorapparatuur kan
verder verergeren en de mogelijkheid bestaat, dat u het instrument niet langer kunt besturen om dit
terug naar de oppervlakte te brengen.
De zender als clinometer
De zender kan als clinometer worden gebruikt om de helling van de grond boven het boorgat te bepalen.
Dit kan van pas komen wanneer het boorgat op een constante diepte onder het grondoppervlak moet
komen. Stel eenvoudigweg de verticale hoek van de zender gelijk aan de nauwkeurig afgemeten helling
van de grond en houd de afstand steeds gelijk.
®
DigiTrak
Mark III Bedieningshandleiding
Zender
25