Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ultrasone Functie - DCI DigiTrak Mark III Bedieningshandleiding

Lokalisatiesysteem voor gerichte boringen
Inhoudsopgave

Advertenties

Ontvanger

Ultrasone functie

De ultrasone functie meet de afstand van de
ontvanger boven de grond en trekt die af van de
totale magnetische afstand ter berekening van
de
diepte
van
grondoppervlak. De ultrasone functie is bedoeld
om de diepte af te lezen met behoud van de
scheiding tussen de antennes van de ontvanger
en potentiële storingsgebieden. Een ultrasone
meting kan alleen na de opstartprocedure
plaatsvinden.
De ultrasone functie is bijzonder nuttig bij:
Lokalisatie boven obstakels.
Het verkrijgen van voldoende afscheming
tegen voorwerpen in de grond of storing van
geribd staafstaal.
Lokalisatie boven water.
Controles op de kalibratie wanneer de
zender in de grond is.
Opnieuw in de grond kalibreren (zie
"Tweepuntskalibreren" hieronder).
De ultrasone meting wordt uitgevoerd door het uitzenden en opvangen van signalen via de 2 kleine ronde
gaatjes, waar transductors aan de onderkant van de ontvanger bevestigd zijn. Bij het indrukken van de
knop zendt één van de transductors een hoogfrequente geluidsgolf uit naar het dichtstbijgelegen
oppervlak, waar deze wordt weerkaatst en door de andere transductor wordt opgevangen. Met de
verstreken tijd tussen zenden en ontvangen wordt de afstand tot de grond berekend. Het bereik van de
ultrasone meting ligt tussen 12 inches (30 cm) en 90 inches (230 cm). De ultrasone meting verschijnt
gedurende 2 seconden nadat de knop éénmaal is ingedrukt.
Hieronder volgen enkele algemene punten met betrekking tot de ultrasone functie:
De ultrasone functie in de ontvanger werkt onafhankelijk van de ontvangfuncties van de zender.
Het indrukken van de knop activeert de ultrasone functie en kan onbeperkt worden uitgevoerd zonder
de kalibratie van de ontvanger te beïnvloeden.
De ultrasone meting wordt in het geheugen opgeslagen tot de knop opnieuw wordt ingedrukt voor een
nieuwe ultrasone meting of tot de ontvanger uitschakelt.
De ultrasone meting wordt op nul teruggezet na afloop van het eenpuntskalibreren.
De ultrasone stand moet na afloop van het tweepuntskalibreren opnieuw worden ingesteld.
12
de
zender
onder
het
Ultrasone
meting
Diepte
Diepte = Magnetisch – Ultrasoon
Ultrasone meting ter bepaling
DigiTrak
Magnetische
afstand
van de eigenlijke diepte
®
Mark III Bedieningshandleiding
®
Grondoppervlak

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave