Pagina 1
® inGround Positioning System (iGPS ® Bedieningshandleiding DCI Headquarters IGITAL 19625 62 Ave. S., Suite B-103 Kent, Washington 98032 USA ONTROL Tel 425 251 0559 / 800 288 3610 Fax 253 395 2800 www.digitrak.com NCORPORATED E-mail DCI@digital-control.com DCI Europe DCI India...
Pagina 2
Beperkte Garantie van DCI. In geval van strijdigheid of verschil in de interpretatie tussen deze vertaling en het origineel prevaleert het origineel (in de Engelse taal).
® IGITAL ONTROL NCORPORATED Inhoudsopgave VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN WAARSCHUWINGEN ..............5 INLEIDING ..............................7 ONTVANGER ............................... 9 Inschakelen.............................. 9 Druk- en tuimelschakelaars ........................9 Bijstellen schermcontrast........................10 Hoofdmenu ............................10 Locatiemenu ............................12 Toegang tot het locatiemenu ......................12 Locatiemenu verlaten en terugkeren naar het hoofdmenu .............. 12 Diepteweergave (uit het locatiescherm) ...................
Pagina 4
KABELSYSTEEM ............................47 Componenten van het kabelsysteem ....................47 Niet door DCI geleverde onderdelen die nodig zijn voor de bediening van het kabelsysteem .... 49 Aansluiten van de energievoorziening op de energiebron en de zender ..........50 De kabelzender aarden ......................... 50 Kabelzender aan/uit..........................
Voldoen aan overheidsreglementen (bijv. Arbeidsveiligheid en -hygiëne). • Alle andere veiligheidsvoorschriften opvolgen. Het DigiTrak Eclipse-systeem kan niet worden gebruikt voor het opsporen van kabels en leidingen. Het voortdurend aan hitte blootstellen, als gevolg van wrijvingswarmte van de boorkop bij het boren in zand, grind of gesteente zonder voldoende spoeling rond de zender kan een on- nauwkeurige diepteweergave en/of permanente beschadiging van de zender tot gevolg hebben.
DigiTrak Eclipse-systeem om nauwkeurige diepten, verticale en horizontale hoeken en locatiepunten te verkrijgen. Mocht u vragen over de bediening van het DigiTrak-systeem hebben, neem dan telefonisch contact op met de Klantenservice van DCI, tel. +1 425 251 0559 of +49(0) 9394 990 990.
® – dit is de nieuwe Target Steering -mogelijkheid. Het DigiTrak Eclipse-locatiesysteem maakt gebruik van een andere zenderfrequentie dan de overige DigiTrak locatiesystemen. Deze frequentie vermindert de invloed van storing en leidt tot een efficiëntere locatie. Een zender met twee frequenties is ook...
Pagina 8
® Inleiding Aantekeningen ® ® DigiTrak Eclipse Bedieningshandleiding...
® IGITAL ONTROL NCORPORATED Ontvanger Tuimelschakelaar Drukschakelaar Luidspreker Batterij- compartment Inschakelen Om de Eclipse-ontvanger in te schakelen legt men de DigiTrak-nikkel-cadmiumbatterij in het batterijcompartment aan de achterzijde (contactpolen tegen de veertjes aan). Druk daarna om de Eclipse ontvanger in te schakelen de knop onder de handgreep in (indrukken en meteen binnen een ½ sec. weer loslaten).
® Ontvanger Bijstellen schermcontrast Er zijn twee methoden voor het langzaam lichter of donkerder maken van het beeldschermcontrast. Voor beide methoden is het nodig dat de ontvanger in de locatiemenu staat. Houd de knop ingedrukt, terwijl u de tuimelschakelaar verschillende keren naar links (lichter) of naar rechts (donkerder) drukt om het contrast van het display in te stellen.
Pagina 11
® Ontvanger Om één van de onderdelen van het hoofdmenu te gebruiken: selecteer het onderdeel met de duimschakelaar en druk vervolgens éénmaal op de drukknop. Om de menu-optie Low Fre/High Fre te selecteren, moet u rechts bij het menu Configure schakelen. Het resultaat voor elk menu-onderdeel wordt in onderstaande tabel weergegeven.
® Ontvanger Locatiemenu Toegang tot het locatiemenu • Vanuit het beeldscherm van het hoofdmenu, druk de duimschakelaar naar beneden of naar links om Locate (Lokaliseren) te selecteren, en vervolgens op de drukknop drukken. Nu verschijnt het locatie- menu-scherm. • Behalve vanuit het hoofdmenu kan het Locate (Lokaliseren) menu vanuit elk ander scherm worden bereikt door 2 x op de tuimelschakelaar te drukken, en vervolgens op de knop te drukken voor het locatiemenu.
® Ontvanger Set US Menu De ultrasone (US) functie meet de hoogte van de ontvanger tot het grondoppervlak. Deze afstand wordt vervolgens afgetrokken van de totale magnetische afstand van de ontvanger tot de zender om de diepte van de zender onder het grondoppervlak aan te geven (zie onderstaande illustratie). Ultrasone meting Magnetische...
® Ontvanger Low Fre/High Fre-menu Frequentie-instellingen De frequentie-menu-optie toont Low Fre (lage frequentie) of High Fre (hoge frequentie). Als u Low Fre ziet, wordt u gevraagd of u wilt omschakelen naar de lage frequentie-instelling; dit betekent dat de ontvanger is ingesteld om hoogfrequent(12-kHz)-signalen te ontvangen. Als u de standaard Eclipse-zender (zwarte buis) gebruikt of de Eclipse-zender met twee frequenties (lavendelblauwe buis) in enkelvoudig hoog (SH) of tweevoudig hoog (DH) modus, moet de ontvanger Low Fre aangeven.
(Donker/normaal zwarte achtergrond of een lichte (normale) achtergrond hebben (zie de hoofdstukken “Zwarte/normale schermen”). scherm) Code Met deze menu-optie kan DCI kalibreren tijdens de fabricage en problemen opsporen tijdens reparaties. Exit (Afsluiten) Het scherm keert terug naar het hoofdmenu. ®...
De éénpuntskalibratie wordt uitgevoerd met de zender in de boorkop evenwijdig aan de 10 ft (3 m) van de ontvanger, zoals hieronder beschreven. DCI raadt aan om niet dagelijks te kalibreren, maar wel de dieptewaarden van de ontvanger op verschillende locaties met een meetlint te verifiëren.
® Ontvanger 5. Meet, met de zender in de boorkop, een afstand van 10 ft (3 m) vanuit het middelpunt van de zender tot onder de binnenrand van de ontvanger onder het beeldscherm (zie illustratie) – dit dient te worden gemeten tot onder de binnenrand van de ontvanger waar deze de grond raakt en niet tot de bovenrand van het beeldscherm, dat breder is.
Pagina 18
® Ontvanger De frequentiemodus voor de zender wordt bepaald door de oriëntatie van de zender bij het starten, wanneer de batterijen worden ingebracht in het batterijcompartiment. U kunt de frequentiemodus van de Eclipse-zender met tweevoudige-frequentie niet veranderen, wanneer deze in het gat zit. Starten van de zender in tweevoudige frequentiemodus 1.
Pagina 19
® Ontvanger Kalibratie van de ontvanger naar de zender met twee frequenties in tweevoudige frequentiemodus De volgende instructies vereisen dat u twee kalibratieprocedures uitvoert—één voor lage frequentie en één voor hoge frequentie. 1. Start de zender met twee frequenties in tweevoudige frequentiemodus (zie instructies hierboven) en plaats deze in de behuizing.
® Ontvanger Kalibratie van de ontvanger naar de zender met twee frequenties in enkelvoudige frequentiemodus Deze procedure is dezelfde als die voor kalibratie van een standaard Eclipse-zender met éénpunts- kalibratie. 1. Start de zender met twee frequenties in enkelvoudige frequentiemodus (zie instructies hierboven) en plaats deze in de behuizing.
® Ontvanger 5. Kies Y (ja) en druk op de drukknop. 6. Plaats en stabiliseer de ontvanger tenminste 6 in. (15 cm) boven de grond, recht boven de zender; zorg dat de locatielijn (LL) evenwijdig aan de horizontale lijnen in het dradenkruis ligt, zodat u recht boven de zender staat (zie het hoofdstuk “Locatie”...
® Ontvanger 8. Breng de ontvanger tenminste 30 in. (76 cm) omhoog en stabiliseer deze, klik vervolgens op de drukschakelaar. 9. Om de kalibratiefunctie af te sluiten en terug te gaan naar het hoofdmenu, drukt u de schakelaar twee keer omlaag. 10.
® IGITAL ONTROL NCORPORATED Afstandsbeeldweergave Toetsenpaneel Pijltjestoetsen Infrarood poort Uitvoeren-knop (Execute-toets) Bevestigings- voorziening Scherm Eclipse-afstandsbeeldweergave Toetsenpaneel Nikkel- Rechts op het scherm bevindt zich cadmiumbatterij toetsenpaneel voor de afstandsbediening. Veertjes De vier pijltjestoetsen hebben dezelfde functie als de tuimelschakelaar op de ontvanger en de knop Uitvoeren (Execute- toets) komt overeen met de knop op de ontvanger.
® Afstandsbeeldweergave Om de op afstand bediende display met behulp van een ELP te voeden, plaatst u de ELP in de achterzijde van de op afstand bediende display, zodat de drie metalen pennen contact maken met de drie veren in de op afstand bediende display.
(Donker/Normaal zwarte achtergrond of een lichte (normale) achtergrond hebben (zie de scherm) hoofdstukken “Zwarte/normale schermen”). Code Met deze menu-optie kan DCI kalibreren tijdens de fabricage en problemen opsporen tijdens reparaties. Exit (Afsluiten) Het scherm keert terug naar het hoofdmenu. ®...
LET OP: De mogelijkheid om de schermen van de diepte en de verwachte diepte te bekijken op het display van de afstandsbeeldweergave is een functie die werd toegevoegd in februari 2002. Oudere systemen hadden deze functie niet. Neem contact op met DCI als u een ouder systeem hebt en dit wilt aanpassen.
Pagina 27
® Afstandsbeeldweergave Om een dieptewaarde op de afstandsbeeldweergave te kunnen bekijken moet de ontvanger zich boven de zender of de LL bevinden, terwijl de drukknop ingedrukt wordt gehouden. Klok / horizontale hoek Verticale hoek Ultrasone instelling Diepte- aflezing Zender- temperatuur Communicatie- (°F of °C) update-...
Pagina 28
® Afstandsbeeldweergave Druk op de enter toets (knop Uitvoeren) om de status van de nikkel-cadmium batterij van de afstandsbeeldsweergave te bekijken. Linksonder verschijnt een pictogram van de batterij. Een volledig zwarte batterij geeft aan dat deze helemaal geladen is. Batterijstatus afstands- beeldweergave Batterijstatus afstandsbeeldweergave...
Zender Standaard Eclipse-zender Types Eclipse-zenders DCI maakt twee verschillende op batterijen werkende Eclipse-zenders—de standaard zender (zwarte buis) en de zender met twee frequenties (laveldelblauwe buis). Wij leveren de Eclipse-kabelzender (zie de sectie Kabelsysteem voor informatie over de kabelzender). De standaard Eclipse-zender zendt een 12-kHz signaal uit. Het signaal wordt ontvangen door de Eclipse- ontvanger, waar de informatie wordt getoond.
Fahrenheit (°F) weergegeven wanneer het dieptemeetmenu op Engelse maten, en in graden Celsius (°C), wanneer het dieptemeetmenu op meters is ingesteld. Normaal boortemperatuurbereik van 64°F (16°C) tot 104°F (40°C). DCI adviseert dat u de zendertemperatuur onder 104°F (40°C) houdt, door de penetratiesnelheid te verlagen en/of meer boorvloeistof toe te voegen.
® IGITAL ONTROL NCORPORATED Starten en frequentiemodi Starten van de standaard Eclipse-zender 1. Verwijder eerst het batterijdeksel en plaats twee C-cel alkaline-batterijen (of een SuperCell- lithiumbatterij) in het batterijcompartiment, positieve pool eerst). 2. Plaats het batterijdeksel en schroef dit vast tot het gelijk zit met het einde van het batterijcompartiment. 3.
® Zender 8. Ga terug naar het hoofdmenuscherm op de ontvanger, selecteer Low Fre en klik op de drukschakelaar. 9. Selecteer Locate in het hoofdscherm en klik op de drukschakelaar. 10. U ziet L boven de thermometer op de linkerzijde van het scherm om aan te geven dat de zender in tweevoudig laag modus is.
DCI adviseert tenminste drie sleuven gelijkelijk verdeeld rond de omtrek van de behuizing. Elke sleuf moet tenminste 2,0 in. (50,8 mm) van de voorzijde van de zender beginnen en moet tenminste 8,5 in. (215,9 mm) lang zijn (zie figuur).
Pagina 34
® Zender Aantekeningen ® ® DigiTrak Eclipse Bedieningshandleiding...
® IGITAL ONTROL NCORPORATED Batterijoplader DigiTrak batterijen Niet-zichtbare pool -- niet zichtbaar maken -- Aansluitkabel gelijkstroom Aansluitkabel wisselstroom Min-pool Plus-pool Bedieningspaneel DigiTrak-batterijoplader Zowel de Eclipse-ontvanger als het afstandsbeeldscherm worden gevoed door een DigiTrak herlaadbare nikkel-cadmiumbatterij, die samen met een DigiTrak-batterijoplader bij het systeem wordt geleverd. De batterij moet eerst volledig leeg zijn alvorens te worden opgeladen;...
Pagina 36
® Batterijoplader Om de batterij op te laden moet u deze zodanig in de oplader plaatsen, dat de pool contact maakt met de veertjes. Een rood waarschuwingslampje aan de linkerkant gaat branden als teken dat de batterij oplaadt (zie onderstaande illustratie). Het opladen van de batterij duurt van 20 minuten tot 2 uur.
® IGITAL ONTROL NCORPORATED Locatie Het grafisch beeldscherm van de Eclipse-ontvanger maakt gebruik van pictogrammen voor aflezingen en statusinformatie over het systeem. Het Locate-modusscherm biedt real-time-gegevens over de zender- temperatuur, frequentiemodus, verticale en horizontale hoek en signaalsterkte en toont ook de kanaalinstelling.
® Locatie Locatiepunten (FLP & RLP) en locatielijn (LL) Drie posities of locaties binnen het bereik van de zender worden gebruikt om de plaats van de zender ondergronds te bepalen. Twee van deze locaties liggen in het verlengde van de zender. Het eerste punt ligt vóór de zender (het voorste locatiepunt of FLP), terwijl de tweede achter de zender ligt (het achterste locatiepunt of RLP).
® Locatie Locatieprocedure Het Eclipse-systeem kan worden gebruikt om de zender te lokaliseren wanneer deze naar de boormachine toe of van de boormachine af gericht is. Bij de hieronder geschilderde locatieprocedure wordt ervan uitgegaan dat u met de rug naar de boormachine staat met de zender vóór u uit. 1.
Pagina 40
Het doel moet in dezelfde positie in het vak op het display van de ontvanger staan. Als dit niet het geval is, kan de antenne van de ontvanger niet goed werken—neem dan contact op met DCI-klantenservice, +1 425 251 0559 of +49(0) 9394 990 990, voor assistentie.
Pagina 41
® Locatie 6. Loop verder vóór de zender uit en plaats de ontvanger totdat het doel in het vakje valt, zoals hieronder is afgebeeld. Werkelijke positie van ontvanger en zender Eclipse-locatiescherm met doel in vakje op FLP 7. Bij het FLP (front locate point) drukt u op de knop voor het bekijken van de verwachte diepte (11 ft 8 in. in onderstaande illustratie) –...
Pagina 42
– en daardoor een andere richting gaat volgen. DCI raadt het lokaliseren van de zender d.m.v. de pieksignaal-methode af. LET OP: Het is van groot belang de ontvanger nauwkeurig te plaatsen.
® IGITAL ONTROL NCORPORATED ® De Target Steering -functie ® De functie Target Steering biedt de mogelijkheid de Eclipse-ontvanger voor de boorkop te plaatsen en als stuurdoel te gebruiken. Om de functie Target Steering te actieveren, moet u de ontvanger met het gewenste doeldieptenummer programmeren.
® Target Steering De maximum afstand waarin de Eclipse-ontvanger kan worden geplaatst voor de boorkop uit voor Target Steering is 35 ft (10,7 m). Over dit 35-ft-bereik zijn de volgende parameters van toepassing: De maximum diepteveranderingen is ongeveer 4 ft (1,2 m). De maximum verandering van de verticale hoek is ongeveer 14%.
® Target Steering De ontvanger als doel positioneren Voor de Target Steering procedure is een correcte plaatsing van de ontvanger vereist. De gewenste rich- ting van de zender wordt door de plaatsing van de ontvanger bepaald. De ontvanger moet een stuk vóór de zender worden geplaatst, met de achterzijde (waar de nikkel-cadmiumbatterij zich bevindt) in de richting van de boormachine.
Pagina 46
® Target Steering Linksonder: zijaanzicht van de positie van de Eclipse- ontvanger en de zender. Een achteraanzicht bij dezelfde opstelling is rechts afgebeeld. 5,5’ Huidige positie (4’6”) Doel- positie Zij- en achteraanzicht van posities van ontvanger, zender en doel ® ®...
® IGITAL ONTROL NCORPORATED Kabelsysteem Afstands- beeldweergave Stroomvoorziening Kabelzender Extractie / insertiepen Eclipse-kabelsysteem Het Eclipse-kabelsysteem is speciaal ontwikkeld voor boringen: Met diepten van meer dan 50 ft (15 m). Met een lengte waarvoor boorwerkzaamheden van verscheidene dagen nodig zijn. Waar bovengrondse lokalisatie niet mogelijk is. In storingsgevoelige omgevingen.
Pagina 48
Kabel-optie weer in het hoofdmenu wanneer de eenheid is ingeschakeld. (zie het hoofdstuk Afstandsbeeldweergave). Afstandsbeeldweergaves van na februari 2002 kunnen worden uitgebreid met de kabelfunctie. Neem contact op met DCI als u uw Eclipse-afstandsbeeldweergave wilt uitbreiden met deze functie.
® Een nieuwe optie die door DCI wordt geleverd is een product met de naam CableLink verbindingssysteem, dat de noodzaak van verbindingen en krimpkousen overbodig maakt. Het CableLink- systeem is permanent geïnstalleerd in de boorstang en de draadverbinding vindt automatisch plaats wanneer de “tool joints”...
® Kabelsysteem Aansluiten van de energievoorziening op de energiebron en de zender De grijze draad uit de energievoorziening bevat twee draden, nl. een rode en een zwarte draad. De zwarte draad is de aarde; deze is verbonden met de negatieve batterijpool en de rode draad is verbonden met de positieve batterijpool.
Om de spanning uit te schakelen met de pijltjestoetsen op de afstandsbeeldweergave de Power Off (Uitschakelen) menu-optie selecteren en op de knop enter drukken. DCI beveelt aan de spanning naar de kabelzender uit te schakelen alvorens met de draad te werken, bijvoorbeeld wanneer er een nieuwe boorstang wordt toegevoegd.
® Kabelsysteem De status van de stroombron van het kabelsysteem bekijken De batterijstatus van de stroombron verschijnt onderin het beeldscherm op de plaats waar de zender- batterijstatus normaal wordt weergegeven. Wanneer het batterijstatus-symbool 100% vol is, levert de batterij minstens 16 V. Wanneer het symbool 50% vol is, is de batterijspanning 14,5 V. Wanneer het symbool 25% vol is, is de batterijspanning 14,0 V.
Als u het probleem zelf niet kunt verhelpen, bel dan de Afd. Klantenservice van DCI [+1 425 251 0559 of +49(0) 9394 990 990] en wij zullen u graag van dienst zijn. Probleem...
Pagina 54
Het display toont de diepte niet De softwareversie van de afstandsbediening is van voor februari 2002. Neem contact op met DCI om uw software op te waarderen. Update-indicator draait niet meer Ontvanger is niet in locatiemenu en zendt daarom geen informatie naar het afstandsbeeldscherm.
® IGITAL ONTROL NCORPORATED Bijlage De informatie en tabellen in deze bijlage kunnen verder van dienst zijn bij het vaststellen van de positie van de zender. De volgende informatie wordt verschaft: Toegenomen diepte in inches per 10-ft boorstang Toegenomen diepte in inches per 15-ft boorstang Conversie van hellingspercentages naar hoekgraden (zenders met 0,1% nauwkeurigheid of gevoeligheid verticale hoek) Conversie van hoekgraden naar hellingspercentages (zenders met 0,1% nauwkeurigheid)
® Bijlage Berekening van de diepte op basis van afstand tussen FLP en RLP Wanneer de informatie in het diepte-/afstandsvenster onbetrouwbaar wordt, is het mogelijk de diepte van de zender te schatten. Dit kan alleen wanneer de verticale hoek en negatieve locatiepunten betrouwbaar zijn en het grondoppervlak vlak is.
De garantieperiode begint op de meest recente van de volgende data: (i) op de dag waarop het DCI-product de fabriek verlaat, òf (ii) op de verzenddatum (of andere wijze van aflevering) van het DCI-product van een bevoegde DCI-dealer aan de gebruiker.
DCI trachten u de leenapparatuur binnen één dag te doen toekomen voor gebruik in de periode dat uw apparatuur zich voor service in het bezit van DCI bevindt. DCI zal al het mogelijke in het werk stellen om uw stilstandtijd onder de garantieclaim tot een minimum te beperken, maar is gelimiteerd door omstandigheden buiten de macht van DCI.
DCI Product. The Warranty Period shall begin from the later of: (i) the date of shipment of the DCI Product from DCI, or (ii) the date of shipment (or other delivery) of the DCI Product from an Authorized DCI Dealer to User.
If you authorize DCI to service or repair the DCI Product, the work will be promptly performed and the DCI Product will be shipped to you. You will be billed for any costs for testing, repairs and adjustments not covered by the Limited Warranty and for shipping costs.