Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kalibratie Van De Ontvanger; Eenpuntskalibratieprocedure - DCI DigiTrak Mark III Bedieningshandleiding

Lokalisatiesysteem voor gerichte boringen
Inhoudsopgave

Advertenties

Ontvanger

Kalibratie van de ontvanger

Men onderscheidt 2 verschillende kalibratiemethoden, de eenpunts- en de tweepuntskalibratiemethode.
Het eenpuntskalibreren wordt uitgevoerd met de zender in de ombouw parallel aan en 10 ft 5 in. (3,18 m)
van de ontvanger, zoals hieronder omschreven. Het tweepuntskalibreren vindt gewoonlijk plaats wanneer
de zender ondergronds is en het niet mogelijk is om de eenpuntskalibratiemethode toe te passen.
Kalibreren dient te geschieden vóór het eerste gebruik, alsmede onder de volgende
omstandigheden:
De zender is gewijzigd.
De ontvanger is gewijzigd.
De boorombouw is gewijzigd.
Niet kalibreren wanneer:
U zich binnen een afstand van 10 ft (3 m) van metalen voorwerpen bevindt, bijvoorbeeld stalen buizen,
metalen afscheidingen, metalen gevelplaten, bouwmaterieel of motorvoertuigen.
De ontvanger boven geribd staafstaal of een ondergronds kunstwerk is geplaatst.
De ontvanger zich in de buurt van overmatige elektrische storing bevindt (zie "Elektrische storing/
Controle op achtergrondgeluiden" in het hoofdstuk over signaalstoring).
De zender niet in de ombouw is geïnstalleerd.
De zender niet ingeschakeld is.
OPMERKING:
De kalibratie dient dagelijks en vóór elk gebruik op een afstand van 10 ft 5 in.
(3,18 m) te worden gecontroleerd. De kalibratie beïnvloedt uitsluitend de bepaling
van de diepte/afstand, niet de verticale of horizontale hoek.

Eenpuntskalibratieprocedure

1. Zorg voor een storingsvrije omgeving (zie "Elektrische storing/ Controle op achtergrondgeluiden" in het
hoofdstuk over signaalstoring). Zorg ervoor, dat er geen andere actieve zenders binnen het bereik van
de ontvanger opereren.
2. Plaats een werkzame zender in de ombouw vlak op de grond.
3. Plaats de ontvanger na afloop van de opstart procedure precies 10 ft 5 in. (3,18 m) van de zender-
centreerlijn, zoals op de tekening is aangegeven (gebruik een meetlint voor een nauwkeurige meting;
meet vanaf de zendercentreerlijn tot
de binnenkant van de ontvanger).
Houd de knop ingedrukt voor een
onafgebroken signaal en laat deze
vervolgens los. Lees de signaal-
sterkte af. De signaalsterkte dient
tenminste 250 punten te zijn voor
de juiste kalibratie. Bij minder dan
250 is de zender wellicht defect en
dient u zich met DCI in verbinding
te stellen.
14
10 ft 5 in. (3,18 m)
Ontvanger
Bepaling van het eenpuntskalibratiesignaal
DigiTrak
Zender
(in de
ombouw)
Zendercentreerlijn
(voor afbeelding)
®
Mark III Bedieningshandleiding
®

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave