Het oplossen van problemen
Probleem
99 in het rechter
bovenvenster (met de knop
niet ingedrukt).
Minus symbool ("–") in het
benedenvenster.
Horizontale hoek posities
blijven hangen of zijn niet
nauwkeurig.
Geen vaste aflezing van de
diepte verkregen.
Diepte/afstand in het
benedenvenster knippert (met
de knop niet ingedrukt).
Knipperende tilde ("~") in het
benedenvenster.
Vaste tilde ("~") in het
benedenvenster.
68
Oorzaak/Oplossing
Sensor voor de zendertemperatuur is
defect. Vervang de zender.
Ontvanger werd op de grond gezet voor
het aflezen van de diepte, speciaal bij
geringe dieptes, en de ultrasone instelling
werd niet op nul gezet. Zet de ultrasone
instelling terug op nul (0).
Kalibratie van de ontvanger is ontregeld.
Kalibreer opnieuw d.m.v. de één- of
tweepuntskalibratie.
Storing (tilde in het linker bovenvenster
knippert niet regelmatig).
Wanneer de tilde regelmatig knippert, is de
zender of ontvanger wellicht defect.
Probeer zo mogelijk een andere
ontvanger.
Indien u een Mark III ontvanger heeft, kunt
u een zelftest uitvoeren voor het verkrijgen
van een foutcode en voor het lokaliseren
van het probleem.
Zender was oververhit (temp stip is zwart).
Storing.
De geschatte diepte kan door middel van
de verticale hoek en de afstand van het
FNLP tot het RNLP worden berekend.
Zender werd blootgesteld aan
temperaturen boven 60ºC (140ºF).
Controleer of de temp stip niet zwart is
alvorens de zender verder te gebruiken.
Zender werd blootgesteld aan
temperaturen boven 60ºC (140ºF).
Controleer of de temp stip niet zwart is
alvorens de zender verder te gebruiken.
Bij firmwareversies vanaf 5.0 toont de
ontvanger de verwachte diepte van de
zender bij het FNLP in het beneden-
venster, samen met een vaste (niet-
knipperende) tilde, wanneer de knop
ingedrukt gehouden wordt. Oudere
firmwareversies hebben deze optie niet.
Hoofdstuk te raadplegen
Hoofdstuk over de zender
"Ultrasone functie" in het
hoofdstuk over de
ontvanger
"Kalibratie van de
ontvanger" in het
hoofdstuk over de
ontvanger.
"Elektrische storing/
Controle op ruis" in het
hoofdstuk over
signaalstoring
"Zelftest voor Mark III
ontvangers" in het
hoofdstuk over
operationele controles.
"Oververhitting" in het
hoofdstuk over de zender.
"Elektrische storing/
Controle op ruis" in het
hoofdstuk over
signaalstoring
"Afwijking verticale hoek of
diepteberekening van de
verticale hoek" in het
hoofdstuk over lokalisatie.
"Diepteberekening op
grond van de afstand
tussen FNLP & RNLP" in
het hoofdstuk over
lokalisatie.
Hoofdstuk over de zender
Hoofdstuk over de zender
"5.0 Serie
Firmwarefuncties" in het
hoofdstuk over de
ontvanger
Hoofdstuk over lokalisatie
®
DigiTrak
Mark III Bedieningshandleiding
®