Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Indrukken Of Ingedrukt Houden; Kanaalinstelling Van De Ontvanger Wijzigen - DCI DigiTrak Mark III Bedieningshandleiding

Lokalisatiesysteem voor gerichte boringen
Inhoudsopgave

Advertenties

®

Indrukken of ingedrukt houden

Het indrukken en het ingedrukt houden van de knop stellen
verschillende functies op de ontvanger in werking. Wanneer de knop
ingedrukt wordt gehouden (knop omhoog), is de "lokalisatie" functie
van de ontvanger geactiveerd en het linker bovenvenster geeft de
signaalsterkte aan. Dit venster geeft naast de signaalsterkte ook de
plus ("+") en minus ("–") symbolen weer. Deze vormen de sleutel voor
de lokalistie van de zender (zie het hoofdstuk over plaatsbepaling). Het
benedenvenster toont de verwachte diepte, samen met een
knipperende tilde. In het rechter bovenvenster wordt de temperatuur
van de zender in °C weergegeven. Bij ontvangers met firmware die
ouder is dan de 5.0 serie blijft de afstand tussen zender en ontvanger
in het benedenvenster staan, en niet de verwachte diepte (voor
nadere informatie, zie "5.0 Serie Firmwarefuncties" in dit hoofdstuk of
zie het hoofdstuk over lokalisatie).
Telkens wanneer de knop wordt ingedrukt (ingedrukt en binnen ½ seconde losgelaten), stelt de ontvanger
een ultrasone meting in werking. Dit wordt ook wel het meten van de hoogte tot het grondoppervlak
genoemd. Deze meting is de afstand van de ontvanger tot de grond en vindt plaats via de ultrasone
transductors aan de onderzijde van de ontvanger. Ultrasone metingen kunnen onbeperkt worden verricht
(reset) zonder de kalibratie van de ontvanger te beïnvloeden. De ultrasone functie werkt onafhankelijk van
de zender en meet de hoogte van de ontvanger boven de grond. De ultrasone afstand wordt automatisch
afgetrokken van de afstand tot de zender om de diepte/afstand van de zender onder de grond weer te
geven. De ultrasone functie is ontworpen om de storingseffecten te verminderen door de scheiding tussen
ondergrondse storingsbronnen (bijv. geribd staafstaal) en de ontvanger te vergroten (voor nadere
informatie, zie "Ultrasone functie" verder in dit hoofdstuk).

Kanaalinstelling van de ontvanger wijzigen

Bij toepassing van een afstandsbeeldweergave unit moeten de ontvanger en de afstandsbeeldweergave
unit op hetzelfde kanaal zijn afgestemd. De kanaalinstelling van de ontvanger kan alleen bij het opstarten
worden gewijzigd.
Kanaalinstelling wijzigen:
Na de opstartprocedure verschijnt de huidige afstandskanaalinstelling (0, 1, 2, 3, of 4) gedurende 2
seconden op het benedenvenster. Tijdens deze periode kan de knop worden ingedrukt om het kanaal op
de gewenste stand te zetten. Deze instelling is permanent totdat deze wordt gewijzigd. Het verwisselen
van de batterijen, in welk onderdeel van de apparatuur dan ook, heeft geen enkele invloed op de huidige
kanaalinstelling, de ultrasone instelling of de kalibratie van de ontvanger.
®
DigiTrak
Mark III Bedieningshandleiding
Ontvanger
653
22
+
I 27
~
Plaatsbepalingsfunctie met
de signaalsterkte,
temperatuur van de zender
en de verwachte diepte
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave