®
Kapotte zender – Zet de aangeschakelde zender tegen de aangeschakelde ontvanger (de lange zijde
van de zender tegen de lange zijde van de ontvanger) terwijl de knop blijft ingedrukt. Bij een nummer
lager dan 999 in het linker bovenvenster en 000 in het benedenvenster is de antenne in de zender
hoogstwaarschijnlijk kapot. U dient de zender te vervangen. Aflezingen van 999 en 000 duiden erop,
dat de zender een voldoende sterk signaal afgeeft wanneer deze dicht bij de ontvanger wordt
gehouden (12-20 inches [30-51 cm] voor een geelgekleurde zender en 20-40 inches [50-100 cm] voor
een rode zender); dit wordt signaalverzadiging genoemd.
LET OP: Oudere zenders hebben een LED in de voorzijde bij de wijzergleuf om aan te geven dat de
batterijen zijn opgeladen en dat de zender aangeschakeld is.
Signaalsterkte – Controleer de juiste signaalsterkte op verschillende afstanden. De signaalsterkte
geeft de uitstralingskracht van de zender aan. De signaalsterkte kan worden getest door de ontvanger
op verschillende afstanden evenwijdig aan de zender (in de ombouw) te zetten, terwijl de knop
ingedrukt wordt gehouden. Indien de zender binnen een marge van ±60 punten van onderstaande
tabel blijft, is de signaalsterkte binnen de specificaties (de ±marge is om rekening te houden met
verschillende soorten ombouw, die de sterkte van het signaal door de gleuven van de ombouw kunnen
beïnvloeden).
Kleur van
de zender
Blauw
Geel
Rood
*De waarden van de signaalsterkte mogen maximaal 60 punten verschillen, afhankelijk
LET OP: Van de ene dag op de andere behoort de signaalsterkte van dezelfde zender in dezelfde
ombouw met dezelfde ontvanger op 10 ft (3 m) gelijk te zijn. Zoniet, dan duidt dit op storing of op een
slecht functionerende zender. Eventuele variatie in de signaalsterkte heeft invloed op de kalibratie van
de ontvanger en resulteert in incorrecte diepte/afstand metingen.
Verticale/horizontale hoek bijwerken – Controleer of de tilde ("~") in het linker bovenvenster om de
2,5 seconden knippert. Deze tilde geeft aan dat veranderingen in de verticale/horizontale hoek door de
zender aan de ontvanger worden doorgegeven. Indien de tilde niet geregeld verschijnt, mag u niet
blindvaren op de juistheid van de verticale en horizontale hoeken. Wanneer de maximale reikwijdte is
bereikt, worden de nieuwe waarden steeds trager doorgegeven. Om te bepalen of de zender de juiste
nieuwe waarden doorgeeft, zet u de ontvanger 20 ft (6 m) van de zender (in de ombouw) en telt u het
aantal tildes binnen een tijdvak van 30 seconden. Bij 6 of meer tildes krijgt de ontvanger een
voldoende sterk signaal van de zender. Zo niet, zoek dan naar eventuele storingen, controleer de
signaalsterkte van de zender, of bel de Afdeling Klantenservice van DCI op +1 425 251 0559 / +49(0)
9394 990 990 voor hulp bij het vaststellen van de oorzaak van het probleem.
Horizontale hoek/ kloktest – Controleer alle standen van de zender door deze, zoals de wijzers van
de klok, op een vlakke ondergrond langzaam rond te draaien.
Verticale hoek/ hellingtest – Controleer of de verticale hoek verandert door de zender onder
positieve en negatieve verticale hoeken / schuine standen te houden.
®
DigiTrak
Mark III Bedieningshandleiding
Waarden van de signaalsterkte van de zender *
5 ft (1,5 m)
10 ft (3 m)
600
420
740
560
800
620
van de in gebruik zijnde ombouw.
Operationele tests
Afstand
15 ft (4,5 m)
20 ft (6 m)
455
380
515
440
30 ft (9 m)
275
335
41