A
Aan-/uitzetten
u kunt de parkeerhulp met knop A
in- en uitschakelen. als de par-
keerhulp is uitgeschakeld, brandt
het controlelampje in knop A.
de status van de parkeerhulp (in- of
uitgeschakeld) wordt bij het afzet-
ten van de motor opgeslagen.
opmerking: bij het gebruik van een
trekhaak die niet is goedgekeurd
door de CITROËN-organisatie dient
de parkeerhulp te worden uitgescha-
keld met knop A. Het controlelampje
in de knop gaat dan branden.
pa R K e e R H u L p
werking
Bij het inschakelen van de ach-
teruit klinkt er een geluid dat aan-
geeft dat de parkeerhulp is inge-
schakeld. Op het display verschijnt
de afbeelding van een auto. Obsta-
kels voor of achter de auto kunnen
nu waargenomen worden.
Zodra voor de auto een obstakel
wordt gedetecteerd en de auto
vooruit rijdt met een snelheid
lager dan 10 km/u verschijnt het
bovenaanzicht van de auto op het
display. Vervolgens kunnen obsta-
kels die zich aan de voorzijde van
de auto bevinden worden gedetec-
teerd.
opmerkingen:
•
de sensoren in de bumpers
kunnen geen obstakels vlak
onder of boven de bumper
detecteren.
•
sommige voorwerpen, zoals
een paaltje, kunnen aan het
begin van de manoeuvre wel
gedetecteerd worden terwijl die
bij nadering niet meer worden
opgemerkt.
•
Zorg ervoor dat de sensoren bij
slecht weer en in de winter niet
afgeschermd worden door vuil
en sneeuw.
II
89