opmerkingen over de radio-
ontvangst
uw
autoradio
staat
bloot
omgevingsfactoren
waarvan
huisinstallatie geen hinder onder-
vindt.
Zowel de aM- als de FM-ontvangst
kunnen hinder ondervinden van
verschillende storingsbronnen. dit
heeft niets te maken met de kwa-
liteit van uw installatie, maar is te
wijten aan de aard van de signalen
en de manier waarop deze worden
doorgegeven.
de aM-ontvangst
kan
gestoord wanneer u langs hoog-
spanningsleidingen, onder viaduc-
ten of door tunnels rijdt.
de FM-ontvangst
kan
gestoord naarmate u verder uit
de buurt van het zendstation bent,
doordat
het
signaal
door
obstakel (bergen, heuvels, gebou-
wen, etc.) wordt tegengehouden,
of doordat u zich in het 'schaduw-
gebied' (buiten het bereik van de
zender) bevindt.
radiobron selecteren
druk op toets D om de geluidsbron
te selecteren.
R a d I O
een frequentieband en een
geheugengroep selecteren
aan
door enkele malen achter elkaar
uw
op toets e te drukken doorloopt
de
autoradio
geheugengroepen FM, FM
FM3, die zijn bestemd voor de
FM-frequenties, en de geheugen-
groep MW/LW, die is bestemd voor
de aM-frequenties.
handmatig afstemmen
Met toets J of toets M kunt u een
zender ook handmatig instellen.
worden
als u toets J of toets M ingedrukt
houdt, wordt de frequentie door-
lopend afgezocht. Het doorlopend
afzoeken stopt zodra u de toets los-
laat. de autoradio blijft afgestemd
worden
op de weergegeven frequentie.
Afstemmingsgevoeligheid
een
als u automatisch wilt afstemmen,
kunt u kiezen uit twee gevoelig-
heidsniveaus:
•
Kies de lokale zoekmodus "Lo"
(standaardoptie) om de sterk-
ste zenders op te slaan.
•
Kies de modus voor geavan-
ceerd
zoeken
zwakste of verst verwijderde
zenders op te slaan.
Zenders
modus "Lo" (lokaal) gezocht en
vervolgens via de modus "Dx"
(veraf).
druk twee keer op toets K of n als
achtereenvolgens
u eerst via de modus "Dx" (veraf)
en
wilt zoeken.
Automatisch afstemmen
druk kort op toets K of n om de
volgende
zender op de gekozen frequentie
te beluisteren.
als u toets K of toets n ingedrukt
houdt, wordt de frequentie doorlo-
pend afgezocht. Zodra u de toets
weer loslaat, stopt het doorlopen
van de zenders bij de eerste zen-
der die wordt opgevangen.
u kunt deze handeling ook uitvoe-
ren met de toetsen 7 en 8 op het
stuur.
Wanneer de autoradio een zender
op een bepaalde frequentie niet
kan ontvangen (vanwege een zeer
zwak signaal), kunt u ook handma-
tig naar deze zender zoeken.
"Dx"
om
de
worden
eerst
via
de
respectievelijk
vorige
IV
131