a L L e T y p e N , M e T u I T Z O N d e R I N g Va N d e V 6 H d i
starten van de motor na
het aansluiten van een
losgenomen accu
V
1. Zet het contact aan.
2. Wacht ongeveer minuut voor-
dat u de startmotor inschakelt.
In deze tijd kunnen de elektroni-
sche systemen zich resetten.
als de accu enige tijd niet aange-
sloten is geweest, kan het noodza-
kelijk zijn dat u de volgende func-
ties opnieuw instelt:
•
de anti-klemvoorziening van de
ruitbediening.
•
de instellingen van het multi-
functionele display (datum, tijd,
taal, enz.).
•
de instellingen van de radio.
•
de Navidrive. Zie het Navidrive-
boekje.
15
- V O LT s a C C u
starten met een hulpaccu
(met uitzondering van de V6
hDi-motor)
als de accu leeg is, kunt u de auto
met behulp van een hulpaccu of de
accu van een andere auto starten.
A. Lege accu, aangesloten op de
auto (Onder de motorkap).
B. Hulpaccu.
Controleer of de hulpaccu de juiste
spanning heeft ( V).
Zet de motor van de auto met
de hulpaccu af. de beide auto's
mogen elkaar niet raken.
sluit de startkabels aan zoals op
de afbeelding is aangegeven. Om
vonkvorming te voorkomen moe-
ten de klemmen goed vastzitten.
start de motor van de auto met de
hulpaccu. Laat die motor gedu-
rende ongeveer minuut draaien
met een iets verhoogd toerental.
start dan de auto met de lege
accu.
houd u aan de aangegeven volg-
orde.
raadpleeg altijd een cItroËn erkend reparateur als de accu
vervangen moet worden
- 3
-
A
+ 2
Advies
Raak de klemmen tijdens het star-
ten niet aan.
Hang niet met uw bovenlichaam
boven de accu.
Neem de kabels in omgekeerde
volgorde los en zorg ervoor dat ze
elkaar niet raken.
B
+ 1