Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Luchtverdeling; Voorruitontwaseming - CITROEN C5 2008 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

a u T O M aT I s C H e a I R C O N d I T I O N I N g

3. Luchtverdeling

III
druk op de toetsen 3 om
de luchtverdeling te wij-
zigen. de bijbehorende
controlelampjes
de gekozen stand van
de luchtverdeling:
Voorruit en zijruiten vóór.
Ventilatie vóór (centrale ventila-
tieroosters, zijventilatieroosters
en rooster voor de zachte lucht-
stroom (indien open)) en achter.
Voetenruimte voor en achter.
Let  op: het is niet mogelijk om
gelijktijdig de luchtverdeling naar
de voorruit en de zijruiten en de
ventilatie voor en achter weer te
geven.
. Airconditioning
de
airconditioning
bij draaiende motor. de aanjager
(regeling aanjagersnelheid) moet
geactiveerd zijn om de airconditio-
ning te laten werken.
druk op toets . Het
controlelampje B
branden.
B
Voor
een
fende werking van de
airconditioning
ten alle ruiten geslo-
ten zijn.
98
5. Aanjagersnelheid
tonen
Rechtsom, om de aanjagersnel-
heid te verhogen.
Linksom, om de aanjagersnel-
heid te verlagen.
de aanjagersnelheid wordt op het
display 9 van het bedieningspa-
neel weergegeven: hoe hoger de
snelheid, hoe meer balkjes zicht-
baar zijn.
De airconditioning wordt uitge-
schakeld (off) als de aanjager-
snelheid op het minimumniveau
wordt ingesteld.
Zorg altijd voor voldoende ventila-
tie om het beslaan van de ruiten te
voorkomen.
werkt
alleen

6. Voorruitontwaseming

gaat
niet voldoende is om de ruiten te
doeltref-
ontwasemen of te ontdooien.
moe-
druk op de toets 6 om de ruiten
snel te ontwasemen.
M O N O Z O N e
de
regeling
van
de
aanjagersnelheid werkt
alleen
bij
draaiende
motor.
draai aan de knop 5:
Onder
sommige
omstandigheden (voch-
tig weer, veel passa-
giers, vorst) kan het zijn
dat de stand "Auto"
Het controlelampje gaat branden. dit
systeem regelt de airconditioning,
de temperatuur, de aanjagersnel-
heid en de luchttoevoer. Het stuurt
de luchtstroom naar de voorruit en
de zijruiten vóór.
door de handmatige bediening te
gebruiken wordt de functie "ont-
wasemen" uitgeschakeld. Zet deze
functie zo snel mogelijk weer uit
zodra de omstandigheden dit toela-
ten, om de lucht in het interieur te
verversen en om te voorkomen dat
de ruiten beslaan.
druk nogmaals op de toets 1 om het
systeem weer op "Auto" te zetten.
7. Achterruitverwarming
druk als de motor draait
op toets 7 om de ach-
terruit- en spiegelver-
warming in te schake-
len. Het controlelampje
gaat branden.
deze functie wordt automatisch uit-
geschakeld, al naar gelang de bui-
tentemperatuur. de achterruitver-
warming wordt onderbroken door
opnieuw op de toets 7 te drukken
of bij het afzetten van de motor.
In het laatste geval wordt de ach-
terruitverwarming ook weer inge-
schakeld als u de motor weer
start.
Let  op: de achterruit- en spiegel-
verwarming
werkt
onafhankelijk
van de automatische airconditio-
ning.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave