deze handelingen vallen onder het
courante onderhoud, nodig voor
de goede werking van uw auto.
Informeer bij een CITROËN erkend
bedrijf naar de onderhoudsvoor-
schriften of raadpleeg het bijge-
voegde onderhoudsboekje.
In het onderhoudsboekje vindt u
alle normen, referenties en gege-
vens met betrekking tot de te
gebruiken producten in functie van
uw rijomstandigheden.
Lucht- en pollenfilter
Laat periodiek het filterelement
vervangen. Verdubbel de vervan-
gingsfrequentie als u vaak in een
sterk vervuilde omgeving rijdt.
12-volts accu
Zie: "starten met een hulp-
accu".
Koelvloeistof
Het vloeistofniveau moet
zich
tussen
de
kens MIn en MAx op het
expansievat bevinden.
Wacht, als de motor warm is,
ministens 5 minuten.
Voer geen handelingen aan het
koelsysteem uit als de motor
warm is.
N I V e a u s B I J V u L L e N
Motorolie
Controleer het oliepeil als
de auto op een vlakke
ondergrond staat en de
motor al minstens 5 minu-
ten is afgezet.
Trek de oliepeilstok uit de
houder.
Het oliepeil moet zich tus-
sen de merktekens MIn
en MAx op de peilstok
bevinden.
het niveau mag nooit
boven het maximum uit-
komen.
merkte-
•
Bij handelingen onder de motorkap kan de koelventilator, als
de motor warm is, op elk willekeurig moment gaan draaien,
ook als het contact is afgezet.
•
controleer tussen de onderhoudsbeurten door regelmatig
het oliepeil en doe dit ook altijd voor elke lange reis.
MAxI
MInI
remvloeistof
Het
remvloeistofniveau
moet zich tussen de merk-
tekens MIn en MAx op het
reservoir bevinden.
stop onmiddellijk als dit lampje
tijdens het rijden gaat branden
en neem contact op met een
cItroËn erkend bedrijf.
stuurbekrachtigings-
vloeistof of
vloeistof voor de
stuurbekrachtiging
en het veersysteem
Wend u voor het bijvullen tot een
CITROËN erkend bedrijf.
ruitensproeiervloeistof
en
koplampsproeiervloeistof
gebruik
bij
voorkeur
de
CITROËN voorgeschreven pro-
ducten.
V
door
19