De kruissnelheid tijdelijk
overschrijden
Tijdens het gebruik van de snel-
heidsregelaar kunt u door het gas-
pedaal in te trappen op elk willekeu-
rig moment de ingestelde snelheid
overschrijden (bijvoorbeeld om in
te halen).
de bij A weergegeven snelheid
knippert.
als u vervolgens het gaspedaal
loslaat, vertraagt de auto weer tot
de opgeslagen kruissnelheid is
bereikt.
onderbreken of hervatten van
de snelheidsregeling met een
opgeslagen snelheid door
•
het intrappen van rem- of kop-
pelingspedaal.
•
of door het indrukken van
toets 3.
•
het ingrijpen van het esp of de
asR.
Let op: bij auto's met een handge-
schakelde versnellingsbak wordt
de
snelheidsregelaar
uitgescha-
keld als de versnellingspook in de
neutraalstand staat.
Bij deze handelingen wordt de
informatie "PAuse" bij A weerge-
geven op het instrumentenpaneel.
s N e L H e I d s R e g e L a a R
Bij deze handelingen wordt de kruis-
snelheid niet gewist; deze blijft zicht-
baar op het instrumentenpaneel.
snelheidsregelaar opnieuw
inschakelen
•
door het oproepen van de
opgeslagen snelheid:
druk na het uitschakelen op
toets 3. Het systeem vertraagt of
versnelt de auto automatisch tot
de opgeslagen kruissnelheid is
bereikt. de opgeslagen snelheid
en de informatie "on" worden
bij A weergegeven.
als de opgeslagen kruissnelheid
aanzienlijk hoger is dan de actuele
snelheid, versnelt de auto vlot tot de
ingestelde snelheid is bereikt.
•
Door de huidige rijsnelheid te
kiezen:
druk op toets 1 of 2 zodra de
gewenste snelheid is bereikt.
de nieuwe gewenste snelheid en
de informatie "on" worden bij A
weergegeven.
Gebruik de snelheidsregelaar alleen als de verkeersomstan-
digheden het rijden met een constante snelheid toelaten.
Gebruik het systeem niet als het druk is, op slechte wegen of
wegen met weinig grip, of onder andere omstandigheden die
het rijden bemoeilijken.
Blijf attent en houd de auto altijd onder controle.
het is raadzaam om uw voeten in de buurt van de pedalen te
houden.
1
2
3
5
functie uitschakelen
•
door op toets 5 te drukken.
•
door het selecteren van de
functie snelheidsregelaar.
•
door de motor af te zetten.
de ingestelde snelheid wordt uit
het geheugen gewist.
als er een storing in het systeem
optreedt, verschijnt er een bericht
op het display, klinkt er een geluids-
signaal en gaat het controlelampje
serVIce branden.
Raadpleeg een CITROËN erkend
bedrijf.
II
69