VI
A
B
c
D
Achterlichtunit
ga na welke lamp defect is.
Lampen:
A rem- en parkeerlichten:
p W / 5 W
B Parkeerlicht: R 5 W
c Achteruitrijlamp: H W
D Mistachterlicht: H W
e richtingaanwijzer: p W
166
L a M p e N V e R Va N g e N
V e R L I C H T I N g a C H T e R ( B e R L I N e )
e
Achterlicht op de achterklep
1 Open de achterklep.
2 Verwijder, met een platte schroe-
vendraaier, de 3 klemmen waar-
mee de bekleding bij het achter-
licht bevestigd is.
3 Verwijder de bekleding f gedeel-
telijk
Neem stekker G los.
5 Klik de fitting h los.
6 Vervang de lamp.
7 Zet de fitting h weer op zijn
plaats.
8 sluit stekker G aan.
9 plaats de bekleding f weer terug
en bevestig deze met de klem-
men.
G
f
Bij bepaalde weersomstandig-
heden kan er condensvorming
optreden in de lampunits. Dit
natuurlijke verschijnsel zal na
enige tijd verdwijnen (bijvoor-
beeld als de desbetreffende
verlichting enkele minuten
heeft gebrand). raadpleeg een
door cItroËn erkend bedrijf
als dit niet het geval is.
h