A
B
c
D
Koplampunit voor
Lampen:
A Grootlicht: H
B Parkeerlicht: W5W
c Dimlichten: H7
D statische bochtverlichting:
H7
e Appèllicht: Hp4
raadpleeg een door cItroËn
erkend bedrijf voor het onder-
houd van de koplampunits en het
vervangen van de hP2 lampen.
wacht bij het vervangen van een halogeenlamp altijd enkele minuten tot deze afgekoeld is (om
brandwonden te vermijden).
raak de lamp niet aan met uw vingers maar gebruik hiervoor een niet-pluizende doek.
Gebruik uitsluitend anti-uV lampen om de koplamp niet te beschadigen.
L a M p e N V e R Va N g e N
L I C H T e N V O O R
f
e
Grootlicht
1 Trek de klemmen f omhoog om
het deksel van de koplamp te
verwijderen.
2 Verwijder het beschermkapje G.
3 Maak de klemveer vrij.
Verwijder de defecte lamp en
let op dat de nieuwe lamp in de
juiste richting wordt geplaatst.
5 plaats de klemveer terug.
6 plaats
het
terug.
7 plaats het deksel terug op de
koplamp en bevestig dit met de
klemmen f.
Parkeerlicht
1 Trek de klemmen f omhoog om
2 Verwijder het beschermkapje G.
3 Trek aan de lamphouder zodat
Vervang de lamp en plaats de
5 plaats
beschermkapje G
6 plaats het deksel terug op de
G
het deksel van de koplamp te
verwijderen.
deze loskomt.
lamphouder terug.
het
beschermkapje G
terug.
koplamp en bevestig dit met de
klemmen f.
VI
163